Uitspraak
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Het onderzoek van de zaak
Het vonnis waartegen het hoger beroep is gericht
De tenlastelegging
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 februari 2019 tot en met
hij op of omstreeks 6 april 2019 te [plaats] opzettelijk en wederrechtelijk een voordeur, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander, te weten aan de [naam] (woningbouwvereniging) toebehoorde, heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt.
Bewijsoverweging ter zake van het onder 2 ten laste gelegde feit
Bewezenverklaring
hij op tijdstippen in de periode van 1 februari 2019 tot en met 10 april 2019 te [plaats] telkens [benadeelde partij] schriftelijk heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, door die [benadeelde partij] dreigend de woorden toe te voegen
hij op 6 april 2019 te [plaats] opzettelijk en wederrechtelijk een voordeur, toebehorende aan een ander, te weten aan de [naam] (woningbouwvereniging), heeft beschadigd.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf
- de verhouding tot andere strafbare feiten, zoals onder meer tot uitdrukking komt in het hierop gestelde wettelijk strafmaximum en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd;
- de omstandigheid dat de verdachte door het plegen van de bewezen verklaarde schriftelijke bedreigingen zijn ex-vriendin schrik en/of angst heeft aangejaagd;
- de mate waarin de verdachte door zijn onder 2 bewezen verklaarde handelen materiële schade teweeg heeft gebracht, namelijk schade aan de voordeur van een woning.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
geldboetevan
€ 600,00 (zeshonderd euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
12 (twaalf) dagen hechtenis.
taakstrafvoor de duur van
30 (dertig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
15 (vijftien) dagen hechtenis.
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.