In deze zaak heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 21 mei 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Midden-Nederland. De zaak betreft een aanrijding op 10 februari 2019 te Renswoude, waarbij een voetganger, mevrouw [slachtoffer], werd aangereden door een auto. De verdachte, die als passagier in de auto zat, werd beschuldigd van het niet verlenen van hulp aan het slachtoffer, dat later overleed aan de verwondingen die zij bij de aanrijding had opgelopen. Het hof moest beoordelen of de verdachte getuige was van het ogenblikkelijke levensgevaar waarin het slachtoffer verkeerde. Het hof kwam tot de conclusie dat de verdachte niet voldoende bewust was van het levensgevaar en sprak hem vrij. Het hof vernietigde het eerdere vonnis van de kantonrechter, dat de verdachte had veroordeeld, en oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor de tenlastelegging. De advocaat-generaal had gerequireerd tot bewezenverklaring, maar het hof volgde dit niet en sprak de verdachte vrij.