Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
bij de rechtbank : eiseres in conventie, gedaagde in reconventie,
[appellante],
[geïntimeerde],
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
- een akte overlegging producties van [appellante] ;
- een antwoordakte met overlegging producties van [geïntimeerde] ;
- een akte van [appellante] .
2. Waar gaat het in deze zaak om?2.1 Het gaat in deze zaak om de vraag of [geïntimeerde] de schade moet vergoeden die [appellante] stelt geleden te hebben doordat de inboedelgoederen die door [appellante] waren opgeslagen in een container op het terrein van [geïntimeerde] uit die container zijn verdwenen. Bij het antwoord op die vraag zijn de volgende feiten van belang.
2.2 [geïntimeerde] handelt onder de naam Sterenborg Transport Meeden STM. Hij houdt zich onder meer bezig met het vervoer over de weg en met de verhuur van zeecontainers.
2.3 In december 2014 hebben [appellante] en [geïntimeerde] contact met elkaar gehad over de opslag van huisraad van [appellante] in een container van [geïntimeerde] . Naar aanleiding daarvan heeft [geïntimeerde] op 19 december 2014 een container naar de woning van [appellante] gebracht. Nadat [appellante] de container gevuld had, heeft [geïntimeerde] de container opgehaald en op zijn bedrijfsterrein geplaatst. Het terrein van [geïntimeerde] was niet afgesloten met een hek en er was geen cameratoezicht. De container stond langs de toegangsweg naar het bedrijfsterrein en naast het bedrijfspand van [geïntimeerde] .
3.3. De beslissing van de kantonrechter en van het hof
heeft een tegenvordering (een reconventionele vordering) ingesteld, waarin hij betaling vordert van de onbetaald gebleven facturen, door hem berekend op € 1.090,55 (ervan uitgaande dat ook huur verschuldigd is over de maanden juni tot en met augustus 2016).
4.4. De motivering van de beslissingAlgemeen4.1 Het hof zal het geschil tussen partijen thematisch bespreken. Bij deze bespreking zullen de bezwaren (grieven) van [appellante] tegen het vonnis van de kantonrechter worden besproken, zonder dat ze als zodanig genoemd worden. Het hof merkt op dat het bij de vermelding van de feiten (in de punten 2.2 tot en met 2.8) al rekening heeft gehouden met de bezwaren van [appellante] tegen de feitenvaststelling door de kantonrechter en ook met wat partijen bij gelegenheid van de mondelinge behandeling (comparitie van partijen) bij het hof hebben verklaard.
17 januari 2018, dat de neerslag bevat van een door [E] in opdracht van [appellante] gedaan onderzoek naar de diefstal van de inhoud van de container. De opdracht zou namens [appellante] zijn verstrekt door de heer [F] , aan wie de kosten van het onderzoek ook zijn gefactureerd.
Verdere procedure4.17 Het hof zal de zaak verwijzen naar de rol voor opgave verhinderdata, waarna een datum en tijdstip voor de getuigenverhoren zal worden vastgesteld.
5.5. De beslissing
beidepartijen, van hun advocaten en van de getuigen zal opgeven op de
roldatum 1 juni 2021, waarna de raadsheer-commissaris dag en uur van het verhoor (ook indien de opgave ontbreekt) vaststelt;