ECLI:NL:GHARL:2021:4727
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Wijziging kinderalimentatie en draagkracht vaststelling na aflossing schuld
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 18 mei 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep over de kinderalimentatie voor een minderjarige. De vrouw, verzoekster in hoger beroep, had bezwaar gemaakt tegen de eerdere beschikking van de rechtbank Midden-Nederland, waarin de kinderalimentatie voor de minderjarige per 1 juni 2020 op nihil was gesteld. De vrouw verzocht het hof om een tijdslimiet te verbinden aan deze nihilstelling en om de kinderalimentatie per 1 maart 2022 vast te stellen op € 165,- per maand, vermeerderd met wettelijke indexering.
Het hof heeft vastgesteld dat de man, verweerder in hoger beroep, zijn schuld aan de vrouw per 1 maart 2022 zal hebben afgelost. Het hof oordeelde dat de man geen draagkracht heeft zolang hij de maandelijkse aflossingen op deze schuld voldoet. Echter, met de aflossing van de schuld, kan de draagkracht van de man voor de kinderalimentatie worden vastgesteld. Het hof heeft de grief van de vrouw gegrond verklaard en de kinderalimentatie met ingang van 1 maart 2022 vastgesteld op € 165,- per maand, vermeerderd met wettelijke indexering per 1 januari 2022.
De beslissing van het hof houdt in dat de eerdere beschikking van de rechtbank wordt bekrachtigd voor de periode tot 1 maart 2022, maar wordt vernietigd voor de periode daarna. De man is verplicht om de kinderalimentatie te betalen, en de beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Het hof heeft de vrouw in het gelijk gesteld en de man in zijn verweer niet gehoord, aangezien hij niet is verschenen tijdens de mondelinge behandeling.