Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het geding in hoger beroep
2.Samenvatting en beslissing
3.De motivering van de beslissing in hoger beroep
Huurder is verplicht het gehuurde tijdens de huurtijd zelf te bewonen en er zijn hoofdverblijf te hebben en is niet bevoegd het gehuurde geheel of gedeeltelijk in huur, onderhuur of gebruik aan niet-huurders af te staan, behoudens voorafgaande schriftelijke toestemming (…).”
Sinds deze familie weg is, staat het huis leeg. Er brandt ook nooit licht ’s avonds.” Ook de buurman van nummer 64 verklaart dat er van april 2014 tot september 2016 een echtpaar met 2 kleine meisjes heeft gewoond. Nadien woont er volgens hem niemand, “
zeker geen gezin met kinderen.”. De bewoner van nummer 66 heeft ook verklaard dat de woning van [geïntimeerde] langer dan een jaar onbewoond is. De Alliantie heeft daarnaast bij [geïntimeerde] de jaarnota’s voor het stroom en gasverbruik opgevraagd. Uit de nota voor 2017 volgt dat er in dat jaar 877 kWh stroom en 41 m3 gas is verbruikt, terwijl volgens De Alliantie het gemiddeld verbruik van één persoon 1.500 kWh en 1.000 m3 is. Het geringe verbruik bevestigt volgens De Alliantie dat de woning niet bewoond wordt, zeker gezien het gegeven dat [geïntimeerde] volgens haar stelling met drie kinderen en met haar broer in de woning woont.
4.De slotsom
€ 124,00
€ 760,00