Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.De beoordeling van het principaal en incidenteel hoger beroep
Assekuradeur)van AXA.
Assekuradeurin. Om die reden had Air Cargo volgens de verschenen geïntimeerden moeten nagaan welke verzekeraar achter GFH zat. Hun stelling gaat niet op. Mr. Grimme heeft na die brief van 16 mei 2017 nog een brief van 15 juni 2017 gestuurd aan de advocaat van Air Cargo, met als bijlagen een
Letter of Subrogationvolgens welke KN Nederland haar (vorderings)rechten overdroeg aan GFH en een
Schadenquittung und Abträtungserklärungvan 31 mei 2017 waarbij KN Luxemburg na vergoeding van haar schade (minus eigen risico) haar (vorderings)rechten eveneens overdroeg aan GFH, in dat document genoemd als verzekeraar. Ook het gegeven dat (zoals Air Cargo onbetwist heeft gesteld) GFH als
Assekuradeurinnaar Duits recht gerechtigd was in eigen naam een vordering in te stellen, wat in de praktijk veelvuldig gebeurt, maakte een nader onderzoek naar de achterliggende verzekeraar niet nodig.
Deze stelling miskent het recht van Air Cargo om zich op grond van het CMR tot de Nederlandse rechter te wenden. Het staat de vervoerder vrij om daarmee te proberen de voor hem gunstigste uitkomst te bereiken, ook als hij dat doet terwijl de gedaagden daarop niet bedacht zijn. Uitoefening van dat recht kan niet worden aangemerkt als het verkrijgen van voordelen op een manier die in strijd is met het doel van bepalingen van unierecht.
3.De slotsom
€ 618,00
€ 726,00