Uitspraak
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Het vonnis waarvan beroep
De tenlastelegging
hij op of omstreeks 23 september 2017 te [plaats1] , gemeente [gemeente1] met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een auto-ambulance (aanhangwagen), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde partij2] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;
hij in of omstreeks de periode van 05 augustus 2017 tot en met 06 augustus 2017 te [plaats2] , gemeente [gemeente2] , althans in Nederland, een goed te weten een caravan (met kenteken [kenteken1] ) voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
hij op enig tijdstip in of omstreeks de periode van 05 augustus 2017 tot en met 08 augustus 2017 te [plaats3] , gemeente [gemeente3] , althans in Nederland, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een caravan (met kenteken [kenteken1] ), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde partij1] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte.
Overweging met betrekking tot het bewijs
Bewezenverklaring
hij op 23 september 2017 te [plaats1] , gemeente [gemeente1] met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een auto-ambulance (aanhangwagen), toebehorende aan [benadeelde partij2] ;
subsidiair
hij op 5 augustus 2017 te [plaats3] , gemeente [gemeente3] , met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een caravan (met kenteken [kenteken1] ), toebehorende aan [benadeelde partij1] .
Strafbaarheid van het onder 2 primair bewezenverklaarde
Strafbaarheid van het onder 1 en onder 2 subsidiair bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf en/of maatregel
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij1]
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
nietstrafbaar en ontslaat de verdachte te dier zake van alle rechtsvervolging.
taakstrafvoor de duur van
120 (honderdtwintig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
60 (zestig) dagen hechtenis.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij1]
€ 1.100,00 (duizend honderd euro) ter zake van materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.