ECLI:NL:GHARL:2021:4579
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- M. Beswerda
- A. Eskandari
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv) betreffende sanctie aan kentekenhouder
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Den Haag, waarbij de kantonrechter het beroep van de betrokkene ongegrond heeft verklaard. De betrokkene, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde B. de Jong LLB., heeft hoger beroep ingesteld tegen een sanctie die aan hem als kentekenhouder was opgelegd. De sanctie van € 95,- was opgelegd voor het niet gebruiken van de rijbaan door een (snor)fietser op 5 maart 2018 in Gouda. De betrokkene betwist de gedraging en stelt dat de ambtenaar in burgerkleding geen staandehouding heeft kunnen verrichten, wat volgens hem leidt tot een ondeugdelijke motivering van de beslissing van de officier van justitie.
Het hof heeft vastgesteld dat de ambtenaar te voet en in burger was en dat er geen reële mogelijkheid was om de bestuurder staande te houden. Het hof oordeelt dat de sanctie aan de kentekenhouder mocht worden opgelegd, ook al was er geen ambtsedig proces-verbaal. De ambtenaar heeft verklaard dat hij in het belang van effectieve handhaving onopvallende controles uitvoert. Het hof concludeert dat de beslissing van de kantonrechter kan worden bevestigd, omdat de betrokkene niet in het gelijk is gesteld en het verzoek om proceskostenvergoeding wordt afgewezen.
De uitspraak van het hof bevestigt de beslissing van de kantonrechter en wijst het verzoek om vergoeding van proceskosten af. Dit arrest is gewezen door mr. Beswerda, in tegenwoordigheid van mr. Eskandari als griffier, op een openbare zitting.