Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in hoger beroep,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De feiten
4.De omvang van het geschil
- [de minderjarige] is de komende drie maanden minimaal bij de vader in de even weken op zaterdag en in de oneven weken op zondag van 10.00 uur tot 17.00 uur;
- Deze regeling wordt onder de regie van de GI uitgebreid naar:
- [de minderjarige] is uiterlijk vanaf 6 november 2020 bij de vader van iedere woensdag uit school tot 17.00 uur en één weekend per twee weken van vrijdag uit school tot zondag 17.00 uur;
- als er op de vrijdag van het weekend van de vader een studiedag is, is [de minderjarige] vanaf 10.00 uur bij de vader;
- in alle vakanties (met uitzondering van de zomervakantie) wordt het weekend van de vader verlengd met twee nachten, voor of na het weekend;
- in de zomervakantie vanaf 2021 is [de minderjarige] twee weken aaneengesloten en één losse week bij de vader, telkens van vrijdag uit school of 10.00 uur tot zondag 17.00 uur;
- op Moederdag is [de minderjarige] vanaf 10.00 uur bij de moeder;
- op Vaderdag is [de minderjarige] vanaf 10.00 uur bij de vader;
- op verjaardagen van de ouders verblijft [de minderjarige] vanaf 10.00 uur of uit school tot 18.30 uur bij de jarige ouders;
- op de verjaardag van [de minderjarige] is zij het ene jaar bij de vader en het andere jaar bij de moeder;
- de feestdagen zijn evenredig verdeeld en worden om het jaar gewisseld, met kerst is [de minderjarige] het ene jaar op eerste kerstdag bij de moeder en op tweede kerstdag bij de vader en het jaar daarop andersom;
- de vader is steeds verantwoordelijk voor het halen en brengen van [de minderjarige] .
- in het principaal hoger beroep de moeder niet-ontvankelijk te verklaren in haar verzoek dan wel haar verzoek in hoger beroep af te wijzen en de bestreden beschikking te bekrachtigen;
- in het incidenteel hoger beroep de bestreden beschikking te vernietigen ten aanzien van het halen en brengen in plaats daarvan te bepalen dat de ouders het halen en brengen gezamenlijk moeten delen; en
- kosten rechtens.
5.De motivering van de beslissing
a. een toedeling aan ieder der ouders van de zorg- en opvoedingstaken, alsmede met overeenkomstige toepassing van artikel 377a, derde lid, een tijdelijk verbod aan een ouder om met het kind contact te hebben;
b. de beslissing bij welke ouder het kind zijn hoofdverblijfplaats heeft;
c. de wijze waarop informatie omtrent gewichtige aangelegenheden met betrekking tot de persoon en het vermogen van het kind wordt verschaft aan de ouder bij wie het kind niet zijn hoofdverblijfplaats heeft dan wel de wijze waarop deze ouder wordt geraadpleegd;
d. de wijze waarop informatie door derden overeenkomstig artikel 1:377c, eerste en tweede lid, BW wordt verschaft.