Voordat de Fiat Punto werd gekocht gebruikte [appellant] de Ford Focus van [geïntimeerde] . Deze auto is op enig moment op naam van [appellant] gezet. Volgens [geïntimeerde] is dat gebeurd omdat hij wegens een rijontzegging anders een hoge verzekeringspremie voor deze Ford Focus moest betalen. Hij heeft deze stelling onderbouwd met het overleggen van een aantal WhatsApp berichten.[appellant] heeft hierop niet inhoudelijk gereageerd zodat het hof hiervan uitgaat.
Op of omstreeks 26 januari 2018 is de Fiat Punto gekocht. Deze auto is betaald met geld van [geïntimeerde] . Daar zijn partijen het over eens. Volgens [appellant] heeft zij deze auto gekocht (dagvaarding in hoger beroep onder 6) danwel (haar verklaring op de zitting bij het hof) heeft zij deze van [geïntimeerde] cadeau gekregen.
De Fiat Punto die diende ter vervanging van de Ford Focus is betaald met geld van [geïntimeerde] . Daar zijn partijen het over eens. Wat betreft de schenking heeft [appellant] op de zitting bij het hof gezegd dat partijen samenwoonden, zij ook dingen in het huis betaalde en zij aan [geïntimeerde] ook wel eens dure cadeaus gaf (zij het geen cadeaus van EUR 7.000) , zij voor hun zoon zorgde en het huis schoonmaakte. Zij vond het wel bijzonder dat zij een auto kreeg. [appellant] heeft anderzijds verklaard dat zij, toen hun op 9 november 2016 geboren zoon 7 of 8 maanden was, 32 uur is gaan werken en daarmee een eigen, inkomen had. Dat [appellant] in hoge mate bijdroeg aan de kosten van het huishouden en in het bijzonder de boodschappen heeft zij tegenover de betwisting van [geïntimeerde] niet aannemelijk gemaakt. De door [appellant] genoemde redenen voor de schenking van een auto van € 7.000 zijn, mede tegen de achtergrond van het door haar genoemde inkomen, zonder aanvullend bewijs niet voldoende om aan te nemen dat [geïntimeerde] de auto aan [appellant] heeft geschonken.
Het staat vast dat [appellant] weliswaar de verzekeringspremie en wegenbelasting van de auto betaalde (in totaal ongeveer € 100 per maand) maar ook dat zij vanaf de koop van de Fiat Punto de maandelijkse bijdrage van € 100 staakte. Aldus vormt deze betaling geen aanwijzing dat zij eigenaar is geworden.
Daar komt bij dat [appellant] in WhatsApp berichten aan zowel [geïntimeerde]– waarin onder meer staat
‘Als ik straks Mn eigen auto heb word t ook allemaal stuk beter’– als aan een vriend van [geïntimeerde] meermalen te kennen gaf op zoek te zijn naar een nieuwe auto.Deze laatste berichten zijn in augustus, september en oktober 2020 verzonden.
[appellant] verklaart hierover dat zij dit deed om de boel een beetje te sussen en omdat zij niet wilde dat ‘ze’ bij haar aan de deur zouden staan. Het hof begrijpt dat er volgens [appellant] na de relatiebreuk sprake was van een dreigende situatie, dat zij van alle kanten werd bestookt en dat er om haar huis heen werd gelopen. Dat daar sprake van was, is niet met bewijsmiddelen onderbouwd of anderszins voldoende aannemelijk geworden. De door [appellant] overgelegde melding aan Veilig Thuis Gelderland-Middenheeft betrekking op een incident op 5 december 2019, dus na het wegnemen van de auto door [geïntimeerde] . De door [appellant] overgelegde app berichten van de zus van [geïntimeerde]zijn van 29 november 2019 en dus na de periode dat [appellant] tegenover [geïntimeerde] en diens vriend bericht dat zij op zoek gaat naar een auto en de berichten van [C] , een vriend van [geïntimeerde] , zijn niet bedreigend maar informerend. De overige door [appellant] overgelegde berichten (gericht aan haar moeder en een vriendin) bevatten geen datum.Bovendien is met de door [appellant] gegeven toelichting niet verklaard dat zij via WhatsApp aan een vriend van [geïntimeerde] om advies vraagt over de koop van een andere auto. Deze berichten passen wel bij de door [geïntimeerde] gegeven uitleg dat hij na en met het vertrek van [appellant] heeft toegestaan dat zij, ook ten behoeve van hun kind, de auto nog enige tijd mocht gebruiken teneinde haar vervoersproblemen op te lossen.