Uitspraak
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
4.Het oordeel van het hof
5.De beslissing
18 mei 2021voor het opgeven van verhinderdagen door beide partijen in de maanden juni tot en met oktober 2021;
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een werknemer, [eiser], tegen zijn werkgever, Fositrans B.V., over de vraag of hij recht heeft op een overwerkvergoeding. [eiser] was van 1 april 2018 tot 1 februari 2019 als schipper in dienst bij Fositrans en vorderde betaling voor 563½ overuren die hij volgens hem had gemaakt. De kantonrechter had zijn vordering afgewezen, wat leidde tot het hoger beroep. In de procedure bij het gerechtshof werd vastgesteld dat de Nederlandse rechter bevoegd is en dat Nederlands recht van toepassing is. Het hof heeft behoefte aan nadere informatie van partijen en heeft een inlichtingencomparitie gelast. Het hof vraagt onder andere naar de afspraken over overwerk en de hoogte van het overeengekomen loon. De zaak is aangehouden voor verdere behandeling en partijen zijn uitgenodigd om hun standpunten toe te lichten tijdens de comparitie.