In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 4 mei 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep over de gezagsverhouding tussen de ouders van een minderjarige, geboren in 2015. De moeder, die alleen het gezag over de minderjarige uitoefende, verzet zich tegen het verzoek van de vader om ook met het gezag belast te worden. De vader heeft de minderjarige erkend, maar er zijn zorgen over de omgang tussen de vader en de kinderen, vooral gezien de voorgeschiedenis van huiselijk geweld en de huidige communicatieproblemen tussen de ouders. De rechtbank Midden-Nederland had eerder de vader belast met het gezag, maar de moeder is van mening dat dit niet in het belang van de kinderen is, vooral omdat de vader niet meewerkt aan de noodzakelijke traumabehandeling van de minderjarige. Het hof heeft de bestreden beschikking van de rechtbank vernietigd en het verzoek van de vader om gezamenlijk gezag afgewezen. Het hof concludeert dat gezamenlijk gezag momenteel niet in het belang van de minderjarige is, gezien de communicatieproblemen en de noodzaak voor de minderjarige om eerst de benodigde behandeling te ontvangen. De moeder blijft alleen belast met het gezag over de minderjarige, en het hof heeft de GI opgedragen om de ouders te begeleiden in hun communicatie en omgangsregeling.