Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.[pachter 1] ,2. [pachter 2] ,3. [pachter 3]
1.Kern van de zaak en de beslissing
2.Het procesverloop tot nu toe
3.De beoordeling van het hoger beroep
“Artikel 18 - Productie rechtenEr gaan met deze pachtovereenkomst geen productierechten van verpachter en pachter mee over.Artikel 19 - ToeslagrechtenEr gaan met deze pachtovereenkomst geen toeslagrechten over van verpachter naar pachter.Mochten er tijdens de duur van deze overeenkomst rechten, in welke vorm dan ook, ontstaan welke samenhangen met het gebruik van het gepachte uit deze overeenkomst dan zullen deze rechten, hoe ook genaamd, aan het eind van de overeenkomst aan verpachter toekomen.”[dikgedrukt door hof].
“Ik ben persoonlijk bij pachters langs geweest met de pachtovereenkomsten, Wij hebben de hele pachtovereenkomst besproken inclusief art. 19. Bij de ondertekening van de overeenkomsten heb ik nogmaals vragen m.b.t. art. 19 beantwoord. Zij begrepen terdege dat de bepaling in verband met toekomstige regelgeving zo was opgesteld en geformuleerd. Daarna hebben zij weloverwogen hun handtekening gezet. Er was alle ruimte om vragen te stellen of opmerkingen te maken.”
”.
Tijdens de zitting van 18 februari 2021 hebben [pachter 1] en [pachter 3] verklaard dat zij daar nog steeds achter staan en onder ede niets anders zouden verklaren.
“De heer [X] heeft de overeenkomst met deze partijen gesloten, maar ik heb navraag bij hem gedaan. Hij heeft mij verteld dat alles voor partijen duidelijk was en dat zij akkoord gingen met het feit dat de rechten die zouden ontstaan bij de grond zouden blijven. (…) Wij sturen altijd[per e-mail, toevoeging hof]
een concept van de overeenkomst voorafgaand aan het gesprek”.
“De overeenkomst is vooraf door [X] in de brievenbus bij pachters gedaan. Nadien is hij bij [pachter.] c.s. langs gegaan om die overeenkomst te bespreken.”[agrarisch adviseur/rentmeester] heeft daarop verklaard hoe het zat:
“Op enig moment zijn we de pachtovereenkomsten gaan e-mailen. We zitten nu zoveel tijd later op zitting en dan ga je je afvragen of de overeenkomst destijds per post of per mail is opgestuurd. Ik heb het bij [X] uitdrukkelijk nagevraagd en hij zei eerst ook dat het aan pachters is gemaild. (…) Wij hebben bij ons de mailbox op z’n kop gezet om te kijken of de overeenkomst per mail is verstuurd, maar er kwam geen verzonden pachtovereenkomst uit die mailbox in de betreffende periode. Ik heb dat [X] ook aangegeven en het schoot hem toen ineens te binnen hoe het was gegaan. [X] woonde in de buurt van pachters, dus hij zei dat hij de conceptovereenkomsten in de brievenbus zou doen, want hij kwam er toch langs. Pachters kunnen er zo kennis van nemen en als ze opmerkingen hebben, dan horen we dat. De gewijzigde afspraken schrijven we er vaak op en die stoppen we bij alle andere stukken in het pachtdossier. Normaal gesproken gaat er een begeleidend schrijven bij de conceptovereenkomst als we die per post sturen. In dit dossier is die niet teruggevonden in de administratie. Dat komt omdat [X] de concepten zelf in de brievenbus heeft gedaan. (…) . [X] en ik hebben daar toen goed over gesproken bij ons op kantoor en hij gaf aan dat hij het goed met partijen had besproken. Hij had het telefonisch doorgenomen. Volgens hem hadden ze er geen opmerkingen bij of over. (…) Er is telefonisch doorgegeven dat de nieuwe pachtovereenkomst een iets andere insteek zou hebben in verband met de wijzigingen die eraan zaten te komen. Volgens [X] is art. 19 toen medegedeeld.”
4.De beslissing
W.F. Boele, en de deskundige leden ir. W.G. Nijlant en ir. J.H. Jurrius, ondertekend door de rolraadsheer en is in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op
4 mei 2021.