Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Kern van de zaak en de beslissing
2.Het procesverloop tot nu toe
3.De beoordeling van het hoger beroep
Inleiding
“Informatiememorandum aspectenstal”, dateert van januari 2015 en is geschreven door
[beleidsmedewerker] , beleidsmedewerker vastgoed bij SWR, die ook de onderhandelingen namens SWR met Flevohoeve heeft gevoerd. In het memorandum staat dat de Stichting Dienst Landbouwkundig Onderzoek (DLO) rond Lelystad beschikt over circa 1270 ha grond. Door de gewijzigde bedrijfsvoering komen er mogelijkheden van verhuur van gronden en gebouwen. In het memorandum wordt in het kort weergegeven wat de mogelijkheden voor overname zijn. Beschikbaar is
“Melkveebedrijf [adres] : complete bedrijf: Afhankelijk van de ontwikkeling van de Dairy Campus in Leeuwarden. De verwachting is dat het bedrijf in de tweede helft van 2016 in pacht kan worden overgedragen.”Dan volgt onder 2. een beschrijving van de gebouwen die bij dit melkveebedrijf horen. In de beschrijving van de “
Cultuurgrond”onder 3.1 staat:
“Van de in totaal 1270 hectare grond die eigendom is van Stichting DLO wordt circa 1140 hectare grond agrarisch ingezet. Wageningen Livestock Research gebruikt op dit moment ongeveer 540 hectare ten behoeve van het onderzoek. Daarvan worden 250 hectare ingezet ten behoeve van voerwinning en mestafzet voor het hierboven genoemde melkveebedrijf”. Na een beschrijving van de percelen volgt:
“Ten aanzien van de cultuurgrond ten behoeve van de mestafzet en de voorproductie zijn de volgende twee situaties mogelijk:1. Pachter pacht jaarlijks de benodigde (circa 250 hectare) grond middels geliberaliseerde pachtovereenkomsten en is zelf verantwoordelijk voor de bewerking. (Locatie is afhankelijk van het bouwplan PPO-AGV, maar is wel gelegen binnen de 1270 ha. die eigendom is van Stichting DLO.2. Pachter pacht jaarlijks de benodigde (circa 250 hectare) grond middels geliberaliseerde pachtovereenkomsten en besteedt het loonwerk uit aan PPO-AGV.”
uitsluitenduit gras en mais bestaat of moet bestaan. Dat de volledige 250 ha enkel met gras en mais mag worden beteeld, staat er ook niet. Een verplichting 500 stuks melkvee te houden is verder niet opgenomen (volgens SWR de achtergrond om 250 ha aan te bieden: 2 GVE per ha).
Bouwland.
“5.2. Bouwplanrotatie (…) De gronden worden primair ingezet ten behoeve van voederwinning (mais en gras) en de afzet van mest. Wanneer de gronden niet worden ingezet als grasland dient de pachter rekening te houden met de volgende rotaties:- tarwe mag 1 keer in de 2 jaar op hetzelfde perceel worden verbouwd;- aardappelen mogen 1 keer in de 5 jaar op hetzelfde perceel worden verbouwd (…)- bloembollen en andere gewassen mogen maximaal 1 keer in de 6 jaar (of nog ruimer) op hetzelfde perceel verbouwd worden.”
“de voorwaarden die zijn gesteld aan het pachten van de grond”nog afgehandeld moeten worden, terwijl in die mail tevens staat welke onderwerpen niet-onderhandelbaar zijn. Bij die onderwerpen staat 5.3.4 niet. Flevoland heeft daaruit begrepen dat de toevoeging in (5.2 en) 5.3.4 in het concept van 10 november 2016 onderhandelbaar was en dus niet al was afgesproken tussen partijen. Dat wordt nog versterkt door de opmerking in dezelfde mail dat Flevohoeve “
begin volgende week”de passages zal opgeven die voor haar niet acceptabel zijn, wat Flevohoeve ook heeft gedaan.
“Wanneer de gronden niet worden ingezet als grasland[lees: de 40 ha uitzondering]
dient de pachter rekening te houden met de volgende rotaties”. Die uitleg is tekstueel weliswaar niet onmogelijk, maar ligt niet voor de hand in het licht van de overige hiervoor vermelde feiten en omstandigheden.
4.De beslissing
"Het verbouwen van gewassen anders dan gras en mais beperkt zich tot een oppervlakte van maximaal 40 hectare per jaar.";