ECLI:NL:GHARL:2021:4248

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
4 mei 2021
Publicatiedatum
4 mei 2021
Zaaknummer
21-000487-18
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte in strafzaak betreffende hennepteelt en diefstal van elektriciteit

In deze zaak heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 4 mei 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Midden-Nederland. De verdachte was eerder veroordeeld tot een taakstraf van tachtig uren, maar heeft hoger beroep ingesteld. Het hof heeft de zaak behandeld op de zitting van 21 april 2021, waarbij de advocaat-generaal heeft gepleit voor vrijspraak van de verdachte. De tenlastelegging omvatte het medeplegen van hennepteelt en diefstal van elektriciteit, gepleegd in de periode van 10 juni 2015 tot en met 18 juni 2015 en van 1 mei 2015 tot en met 14 juli 2015. Het hof heeft vastgesteld dat er onvoldoende wettige bewijsmiddelen waren om de verdachte te veroordelen voor de tenlastegelegde feiten. Na zorgvuldige overweging heeft het hof besloten het vonnis van de rechtbank te vernietigen en de verdachte vrij te spreken van alle tenlastegelegde feiten. De beslissing is genomen door een meervoudige kamer voor strafzaken, waarbij de voorzitter en twee raadsheren aanwezig waren. De uitspraak is openbaar gedaan en de griffier heeft de zitting bijgewoond.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-000487-18
Uitspraak d.d.: 4 mei 2021
TEGENSPRAAK
Arrestvan de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Leeuwarden,
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Midden-Nederland van 12 januari 2018 met parketnummer 16-652673-16 in de strafzaak tegen

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1974,
wonende te [woonplaats] , [woonadres] .

Het hoger beroep

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 21 april 2021 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot vrijspraak van verdachte ten aanzien van de hem tenlastegelegde feiten. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.
Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen namens verdachte door zijn raadsman,
mr. R.P.A. Kint, naar voren is gebracht.

Het vonnis waarvan beroep

De politierechter heeft verdachte veroordeeld tot een taakstraf van tachtig uren subsidiair veertig dagen hechtenis.
Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen omdat het tot een andere bewijsbeslissing komt. Het hof zal daarom opnieuw rechtdoen.

De tenlastelegging

Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
1. primair
hij in of omstreeks de periode van 10 juni 2015 tot en met 18 juni 2015 te [plaats] , althans in het arrondissement Midden-Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, in de uitoefening van een beroep of bedrijf (telkens) opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad (in een pand aan de [adres] ) een hoeveelheid van (in totaal) ongeveer 275 hennepplanten, althans een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval (telkens) een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet;
1. subsidiair
één of meer onbekend gebleven personen in of omstreeks de periode van 10 juni tot 2015 en met 18 juni 2015 te [plaats] , althans in het arrondissement Midden-Nederland, met elkaar, althans één van hen, in de uitoefening van een beroep of bedrijf, opzettelijk heeft/hebben geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft/hebben gehad (in een pand aan de [adres] ) een hoeveelheid van (in totaal) ongeveer 275 hennepplanten, althans een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval (telkens) een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, tot en/of bij het plegen van welk(e) misdrijf/misdrijven verdachte in of omstreeks de periode van 10 juni tot en met 18 juni 2015 te [plaats] , in elk geval in Nederland, meermalen, althans eenmaal (telkens) opzettelijk gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest, door aan die onbekend gebleven persoon/personen voornoemd pand voor de teelt/het kweken van hennepplanten ter beschikking te stellen;
2. primair
hij in of omstreeks de periode van 01 mei 2015 tot en met 14 juli 2015 te [plaats] , althans in het arrondissement Midden-Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit/vanuit een meterkast (van een pand aan de [adres] ) heeft weggenomen elektriciteit (28.266 kWh), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [naam] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of die/dat weg te nemen elektriciteit onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking;
2. subsidiair
één of meer onbekend gebleven personen in of omstreeks de periode van 01 mei 2015 tot en met 14 juli 2015 te [plaats] , althans in het arrondissement Midden-Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit/vanuit een meterkast (van een pand aan de [adres] ) heeft weggenomen elektriciteit (28.266 kWh), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [naam] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan die één of meer onbekend gebleven personen en/of aan verdachte, waarbij die één of meer onbekend gebleven personen zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goederen onder zijn/haar/hun bereik hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte in of omstreeks de periode van 01 mei 2015 tot en met 14 juli 2015 te [plaats] in elk geval in Nederland, opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft door aan die onbekend gebleven persoon/personen voornoemd pand voor de diefstal ter beschikking te stellen.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Vrijspraak

Het hof heeft uit het onderzoek ter terechtzitting niet door de inhoud van wettige bewijsmiddelen de overtuiging bekomen dat verdachte het onder 1 primair, 1 subsidiair, 2 primair en 2 subsidiair tenlastegelegde heeft begaan, zodat verdachte daarvan behoort te worden vrijgesproken.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 1 primair, 1 subsidiair, 2 primair en 2 subsidiair tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Aldus gewezen door
mr. M.B. de Wit, voorzitter,
mr. D.V.E.M. van der Wiel-Rammeloo en mr. W. Geelhoed, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. J.R. Sotthewes-de Jonge, griffier,
en op 4 mei 2021 ter openbare terechtzitting uitgesproken.