Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
arrest van 20 april 2021
Gebr. [appellante] Beheer B.V.,
[appellante],
Maatschap [geïntimeerde] ,
[geïntimeerde],
Het verloop van de procedure in hoger beroep
- De memorie van grieven,
- De memorie van antwoord, tevens houdende memorie van grieven in voorwaardelijk incidenteel hoger beroep en
- Het verslag van de pleitzitting die op 1 april 2021 is gehouden (het proces-verbaal).
Waar gaat deze zaak over?
heeft dat op 27 november 2015 telefonisch aan [E] meegedeeld.
15 januari 2016, € 11.375,- met wettelijke rente vanaf 1 juli 2016 en € 888,75 aan buitengerechtelijke incassokosten. [appellante] heeft die vordering bestreden, en heeft in een incident ook gevorderd dat de kantonrechter zich onbevoegd verklaart, omdat partijen zouden zijn overeengekomen te voorzien in arbitrage door een scheidsgerecht.
€ 11.375,00 vanaf 1 juli 2016, en ook vermeerderd met de gevorderde incassokosten.
Het oordeel van het hof
zelfverklaart dus het Handelsreglement ‘zo nodig’ van toepassing.
De beslissing
- € 1.978,- aan procedurele kosten (verschotten) en
- € 3.342,- aan salaris.