ECLI:NL:GHARL:2021:3801

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
20 april 2021
Publicatiedatum
20 april 2021
Zaaknummer
200.275.114
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verwijzing van een civiele zaak naar een ander hof wegens betrokkenheid van een raadsheer

In deze zaak, die voor het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden diende, was er sprake van een verwijzing naar een ander hof vanwege de betrokkenheid van een raadsheer. De appellante, Kippersluis Holding B.V., had een rechtszaak aangespannen tegen Nysingh Advocaten en Notarissen N.V. De procedure begon met een tussenarrest op 23 februari 2021, waarna een mondelinge behandeling was gepland op 5 juli 2021. Tijdens de beoordeling in hoger beroep werd duidelijk dat een van de gedaagden, geïntimeerde [geïntimeerde2], levensgezel was van een raadsheer in het hof. Dit leidde tot de beslissing om de zaak te verwijzen naar het gerechtshof Amsterdam voor verdere behandeling, conform artikel 62b van de Wet op de rechterlijke organisatie. Het hof oordeelde dat deze verwijzing noodzakelijk was om de schijn van partijdigheid te vermijden. Het arrest werd uitgesproken op 20 april 2021, waarbij de rechters J.H. Lieber, H. Wammes en C.J.H.G. Bronzwaer aanwezig waren.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Arnhem
afdeling civiel recht, handel
zaaknummer gerechtshof 200.275.114
(zaaknummer rechtbank Gelderland, zittingsplaats Zutphen, 359597)
arrest van 20 april 2021
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Kippersluis Holding B.V.,
gevestigd te Nijmegen,
appellante,
in eerste aanleg: eiseres,
hierna: ‘Kippersluis’,
advocaat: mr. J.B.R. Daniels,
tegen:
1. de naamloze vennootschap
Nysingh Advocaten en Notarissen N.V.,
gevestigd te Zwolle,
2.
[geïntimeerde2],
wonende te [A] ,
geïntimeerden,
in eerste aanleg: gedaagden,
hierna: ‘Nysingh en [geïntimeerde2] ’,
advocaat: mr. W.A.M. Rupert.

1.Het verdere verloop van de procedure bij het hof

1.1
Het hof verwijst naar de inhoud van het tussenarrest van 23 februari 2021.
1.2
Vervolgens heeft het hof een mondelinge behandeling bepaald op 5 juli 2021.
1.3
Daarna heeft het hof arrest bepaald.

2.De beoordeling in hoger beroep

2.1
Het hof heeft kennis genomen van het feit dat gedaagde [geïntimeerde2] levensgezel van een raadsheer in dit hof is. Daardoor is het wenselijk dat het hof deze zaak naar een ander hof verwijst ter verdere behandeling.
2.2
Nu het hof op deze wijze betrokkenheid bij de zaak heeft, zal het hof op grond van
art. 62b van de Wet op de rechterlijke organisatie de zaak voor verdere behandeling verwijzen naar het gerechtshof Amsterdam. Dat hof is voor dit doel aangewezen in het Zaaksverdelingsreglement van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, gepubliceerd in
Staatscourant2014, 11037. Het gerechtshof Amsterdam zal beslissen over de verdere voortgang van de zaak.

3.3. De beslissing

Het hof, recht doende in hoger beroep:
verwijst de zaak ter verdere behandeling naar het gerechtshof Amsterdam.
Dit arrest is gewezen door mrs. J.H. Lieber, H. Wammes en C.J.H.G. Bronzwaer en is in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 20 april 2021.