ECLI:NL:GHARL:2021:3749
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Tussenbeschikking inzake ouderlijk gezag en contactregeling na scheiding
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, is een tussenbeschikking gegeven met betrekking tot het ouderlijk gezag en de contactregeling van een minderjarige na de scheiding van de ouders. De vader, verzoeker in hoger beroep, heeft de rechtbank verzocht om te bepalen dat de minderjarige bij hem zal wonen en om een contactregeling vast te stellen. De moeder, verweerster in hoger beroep, heeft hiertegen bezwaar gemaakt. De zaak is eerder behandeld door de rechtbank Noord-Nederland, waar de minderjarige onder toezicht is gesteld van een gecertificeerde instelling. Het hof heeft de procedure in hoger beroep behandeld, waarbij de ouders en hun advocaten aanwezig waren. De kinderrechter had eerder een raadsonderzoek gelast, maar de vader was het niet eens met de motivering hiervan. Het hof oordeelde dat de beschikking van de kinderrechter een tussenbeschikking was, omdat er geen eindbeslissing was genomen over alle verzoeken. De vader werd niet-ontvankelijk verklaard in zijn hoger beroep, omdat tegen een tussenbeschikking geen tussentijds hoger beroep openstaat, tenzij de rechter anders heeft bepaald. De beslissing is op 13 april 2021 uitgesproken in het openbaar.