In deze zaak heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 15 april 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Nederland. De verdachte, geboren in 1980 en woonachtig te [woonplaats], was eerder veroordeeld voor het rijden onder invloed van cannabis. Het hof heeft het hoger beroep behandeld na een zitting op 1 april 2021, waarbij de advocaat-generaal een vordering heeft ingediend tot vernietiging van het eerdere vonnis en veroordeling van de verdachte tot een geldboete van € 850,- en een voorwaardelijke ontzegging van de bevoegdheid om motorrijtuigen te besturen voor de duur van 6 maanden, met een proeftijd van 2 jaren.
De politierechter had de verdachte eerder op 12 september 2019 veroordeeld tot dezelfde straf. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en opnieuw recht gedaan, waarbij het hof tot de conclusie kwam dat de verdachte het tenlastegelegde feit had begaan. De verdachte had op 12 oktober 2018 een personenauto bestuurd terwijl hij onder invloed was van cannabis, met een THC-gehalte in zijn bloed dat de wettelijke grenswaarde overschreed.
Het hof heeft de strafbaarheid van de verdachte vastgesteld en de opgelegde straf in overeenstemming met de ernst van het feit en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte als passend beoordeeld. De verdachte is veroordeeld tot een geldboete van € 850,- te voldoen in 17 termijnen van elk € 50,- en een voorwaardelijke ontzegging van de bevoegdheid om motorrijtuigen te besturen voor de duur van 6 maanden, met een proeftijd van 2 jaren. De beslissing is genomen met inachtneming van de relevante artikelen van het Wetboek van Strafrecht en de Wegenverkeerswet 1994.