ECLI:NL:GHARL:2021:3633

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
14 april 2021
Publicatiedatum
14 april 2021
Zaaknummer
21-005588-16
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Mensenhandel en vrijspraak in hoger beroep met betrekking tot seksuele uitbuiting

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 14 april 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Overijssel. De verdachte, geboren in 1979 en zonder bekende woon- of verblijfplaats, was eerder vrijgesproken van enkele tenlastegelegde feiten, maar werd wel veroordeeld voor mensenhandel. Het hof heeft het hoger beroep van de verdachte en het openbaar ministerie gedeeltelijk niet-ontvankelijk verklaard. De verdachte was beschuldigd van het werven, vervoeren en huisvesten van vrouwen voor seksuele uitbuiting, waarbij gebruik werd gemaakt van hun kwetsbare positie. Het hof oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan het medeplegen van seksuele uitbuiting van drie vrouwen, die vanuit Roemenië naar Nederland waren gekomen. De omstandigheden waaronder deze vrouwen werkten waren zeer slecht, en zij hadden weinig tot geen inspraak in hun werkzaamheden. Het hof heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee maanden, met aftrek van voorarrest, en gelast dat het in beslag genomen geldbedrag van € 2.210,00 aan de verdachte wordt teruggegeven. De uitspraak benadrukt de ernst van mensenhandel en de impact op de slachtoffers, evenals de noodzaak om de redelijke termijn in acht te nemen in strafzaken.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-005588-16
Uitspraak d.d.: 14 april 2021
TEGENSPRAAK
Verkort arrestvan de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Zwolle, gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Overijssel van 12 oktober 2016 met parketnummer 08-963546-15 in de strafzaak tegen

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1979,
zonder bekende woon- of verblijfplaats hier te lande.

Het hoger beroep

De verdachte en de officier van justitie hebben tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 31 maart 2021 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot:
- vrijspraak van het onder 2 tenlastegelegde voor wat betreft artikel 273f eerste lid sub 1, 6 en 9;
- bewezenverklaring van het onder 2 tenlastegelegde voor wat betreft het medeplegen van artikel 273f eerste lid sub 4;
- toepassing van artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht en
- teruggave aan de verdachte van het inbeslaggenomen geld ter bedrage van € 2.210,00.
Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.
Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen namens verdachte door haar raadsman, mr. J.W.H. Peters, naar voren is gebracht.

Ontvankelijkheid van het hoger beroep

De verdachte is bij vonnis waarvan beroep vrijgesproken van het onder 1 tenlastegelegde. Hoger beroep tegen deze vrijspraak staat voor de verdachte niet open. Het hof zal verdachte daarom in zoverre niet-ontvankelijk verklaren in het hoger beroep.
Door het openbaar ministerie is ook onbeperkt hoger beroep ingesteld. Echter, de officier van justitie en de advocaat-generaal hebben aangegeven dat er geen grieven bestaan tegen de vrijspraak van feit 1. Gelet daarop acht het hof het openbaar ministerie ook niet-ontvankelijk wegens gebrek aan belang ten aanzien van feit 1.

Het vonnis waarvan beroep

De rechtbank heeft de verdachte bij het hier bovengenoemde vonnis ter zake het onder 1 tenlastegelegde (artikel 273f eerste lid sub 3) vrijgesproken en de verdachte wegens het onder 2 tenlastegelegde (artikel 273f eerste lid sub 1 en 4) veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden, met aftrek van voorarrest. Daarnaast heeft de rechtbank teruggave gelast aan de verdachte van het inbeslaggenomen geldbedrag van € 2.210,--.
Het hof zal het vonnis waarvan beroep voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen vernietigen omdat het tot een andere bewijsbeslissing en strafoplegging komt en daarom opnieuw rechtdoen.

De tenlastelegging

Aan verdachte is -na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in eerste aanleg en voor zover in hoger beroep nog aan de orde - tenlastegelegd dat:
2.zij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 17 januari 2015, althans de maand januari 2015, tot en met 21 april 2015 te [plaats1] en/of (elders) in Nederland en/of Roemenië tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,

A. een ander of anderen, te weten [naam1] (geboren op [geboortedatum] 1996 te [plaats2] , Roemenië) en/of [naam2] (geboren op [geboortedatum] 1996) en/of [naam3] (geboren op [geboortedatum] 1977) (telkens) door dwang, geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door dreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en), door afpersing, fraude, misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht, door misbruik van een kwetsbare positie of door het geven of ontvangen van betalingen of voordelen om de instemming van (een) pers(o)n(en) te verkrijgen die zeggenschap over die [naam1] en/of [naam2] en/of [naam3] had/hadden, - heeft geworven, vervoerd, overgebracht, gehuisvest en/of opgenomen, met inbegrip van de wisseling of overdracht van de controle over die [naam1] en/of [naam2] en/of [naam3] , met het oogmerk van (seksuele) uitbuiting van die [naam1] en/of [naam2] en/of [naam3] (sub 1) en/of

- heeft gedwongen en/of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten (van seksuele aard) dan wel onder die omstandighe(i)d(en) enige handeling(en) heeft ondernomen waarvan verdachte en/of verdachtes mededader(s) wist(en) of redelijkerwijs moest(en)vermoeden dat die [naam1] en/of [naam2] en/of [naam3] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van arbeid of diensten (van seksuele aard) (sub 4) en/of
- heeft gedwongen dan wel bewogen verdachte en/of verdachtes mededader(s) te bevoordelen uit de opbrengst van haar, [naam1] en/of [naam2] 's en/of [naam3] , seksuele handelingen met en/of voor (een) derde(n) (sub 9) en/of
B. (telkens) opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de (seksuele) uitbuiting van die/een ander, te weten [naam1] (geboren op [geboortedatum] 1996 te [plaats2] , Roemenië) en/of [naam2] (geboren op [geboortedatum] 1996) en/of [naam3] (geboren op [geboortedatum] 1977) (sub 6),
hebbende verdachte en/of verdachtes mededader(s) (telkens) - voornoemde [naam1] en/of [naam2] en/of [naam3] (be)geleid naar het werken als escort/prostituee in Nederland en/of (daarbij) misbruik gemaakt van de onvermogende toestand/positie waarin die - de Nederlandse taal niet machtige - [naam1] en/of [naam2] en/of [naam3] verkeerde(n) en/of die [naam1] en/of [naam2] en/of [naam3] (aldus) van hem/hen, verdachte en/of verdachtes mededader(s) afhankelijk gemaakt en/of
- de tocht/overkomst van die [naam1] en/of [naam2] en/of [naam3] naar Nederland geregeld en/of (be)geleid en/of
- voor die [naam1] en/of [naam2] en/of [naam3] een of meer (opeenvolgende) woningen geregeld of laten regelen en/of hen/haar aldaar ondergebracht of laten onderbrengen en/of laten wonen/verblijven en/of
- een of meer seksadvertenties en/of profielen ten behoeve van die [naam1] en/of [naam2] en/of [naam3] (aan)gemaakt of laten aanmaken en/of geplaatst of laten plaatsen op de website(s) www. [naam4] .nl en/of www. [naam5] .nl, althans op een of meer websites, en/of die/dat seksadvertentie(s) en/of profiel(en) beheerd of laten beheren en/of - met het oog op het opvallen voor en/of (daarmede) bereiken/trekken van (meer) klanten - (telkens) opgewaardeerd/omhoog geplaatst of laten opwaarderen/omhoog plaatsen en/of aangepast of aan laten passen en/of
- die [naam1] en/of [naam2] en/of [naam3] in een of meer hotelkamers en/of voormelde woning(en), althans op een of meer (afgesproken) werkplekken, als escort/prostituee laten werken en/of die [naam1] en/of [naam2] en/of [naam3] middels genoemde seksadvertentie(s) beschikbaar gemaakt en/of gehouden voor het verrichten van escort-/prostitutiewerkzaamheden en/of
- ten behoeve van de escort-/prostitutiewerkzaamheden van die [naam1] en/of [naam2] en/of [naam3] de werktelefoon(s) opgenomen/beantwoord en/of laten opnemen/beantwoorden en/of beheerd en/of laten beheren en/of (hiermede) een of meer klanten geregeld en/of afspraken gemaakt met betrekking tot de door die [naam1] en/of [naam2] en/of [naam3] te verrichten werkzaamheden en/of door de klant(en) te betalen prijs en/of die [naam1] en/of [naam2] en/of [naam3] dienaangaande/dienovereenkomstig ingelicht en/of laten inlichten en/of aan het werk gezet en/of aan het werk laten zetten en/of aangestuurd en/of aan laten sturen en/of (aldus) de keuze-/bewegingsvrijheid van die [naam1] en/of [naam2] en/of [naam3] ingeperkt en/of
- die [naam1] en/of [naam2] en/of [naam3] geïnstrueerd en/of laten instrueren over de wijze(n) waarop zij als escort/prostituee op voornoemde website(s) (een) goede/betere recensie(s) zou(den) kunnen krijgen en/of (aldus) meer klanten en/of verdiensten zou(den) kunnen verkrijgen en/of
- een of meer (ver)vals(t)e identiteitsdocument(en) geregeld, althans (een) valselijke/bedrieglijke oplossing(en) gezocht en/of aangewend, om de/het seksadvertentie(s)/profiel(en) van de nog niet 21-jarige [naam1] en/of [naam2] op voormelde website(s) te laten staan en/of - na verwijdering/sluiting - wederom op die website(s) te (laten) plaatsen of geplaatst te krijgen en/of
- die [naam1] en/of [naam2] en/of [naam3] naar voormelde hotelkamer(s), althans een of meer (afgesproken) werkplek(ken), gebracht of laten brengen en/of van die werkplek(ken) opgehaald of laten ophalen en/of
- in voormelde woning(en) gewoond en/of verbleven en/of (aldus) toegezien en/of laten toezien op (een minimum aan) (de) werktijd(en) en/of (de) verdiensten van die [naam1] en/of [naam2] en/of [naam3] als escort/prostituee en/of die [naam1] en/of [naam2] en/of [naam3] verantwoording laten afleggen en/of aangesproken en/of laten aanspreken over de door haar/hen verrichtte escort-/prostitutiewerkzaamheden en/of haar/hun verdiensten als escort/prostituee en/of die [naam1] en/of [naam2] en/of [naam3] (verder) onder controle gehouden en/of laten houden en/of
- die (zwangere) [naam2] met het oog op een abortus naar Roemenië laten afreizen en/of
- het door die [naam1] en/of [naam2] en/of [naam3] met/in de escort/prostitutie verdiende geld - (mede) ter aflossing van (een) door haar/hen bij verdachte en/of verdachtes mededader(s) opgebouwde schuld(en) - geheel of gedeeltelijk aan hem/hen, verdachte en/of verdachtes mededader(s), doen afstaan en/of doen afdragen en/of doen overmaken en/of onder zich genomen/gehouden en/of opgehaald en/of laten ophalen en/of die [naam1] en/of [naam2] en/of [naam3] (aldus) in een (verder) van verdachte en/of verdachtes mededader(s) afhankelijke positie gebracht en/of gehouden en/of
- die [naam1] en/of [naam2] en/of [naam3] geslagen en/of geschopt en/of bij/aan de haren vastgepakt en/of onder druk gezet en/of dreigende/agressieve en/of beledigende/denigrerende taal jegens die [naam1] en/of [naam2] en/of [naam3] geuit en/of die [naam1] en/of [naam2] en/of [naam3] - mede door genoemd/het verblijf en/of de aanwezigheid van verdachte en/of verdachtes mededader(s) in voormelde woning(en) –

(aldus) in een positie/situatie gebracht waarin zij niet of (te) weinig kon(den) onttrekken aan de/het van verdachte en/of verdachtes mededader(s) uitgaande dwang en/of overwicht.

Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Overweging met betrekking tot het bewijs

De verdediging heeft primair aangevoerd dat artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht (Sr) moet worden toegepast. De verdachte is zelf ook slachtoffer van mensenhandel door de medeverdachten. Subsidiair is aangevoerd dat de verdachte van het tenlastegelegde moet worden vrijgesproken.
De advocaat-generaal heeft zich op het standpunt gesteld dat de verdachte moet worden vrijgesproken van de tenlastelegging voor zover deze ziet op artikel 273f eerste lid sub 1, 6 en 9 van het Wetboek van Strafrecht. Er is wel wettig en overtuigend dat de verdachte zich samen met medeverdachten [medeverdachte1] en [medeverdachte2] schuldig heeft gemaakt aan sub 4 van artikel 273f eerste lid Sr. Echter dient artikel 9a Sr. te worden toegepast omdat de verdachte zich in een uitbuitingsituatie bevond. Deze situatie heeft ervoor gezorgd dat zij de strafbare handelingen jegens de slachtoffers heeft gepleegd.
Aan verdachte is tenlastegelegd dat zij zich schuldig heeft gemaakt aan overtreding van artikel 273f lid 1 sub 1, 4, 6 en 9.
Ten aanzien van sub 4, 6 en 9 geldt dat pas tot een bewezenverklaring kan worden gekomen als sprake is van uitbuiting. Ten aanzien van sub 1 geldt dat verdachte het oogmerk moet hebben gehad van uitbuiting.
De vraag of - en zo ja, wanneer - sprake is van 'uitbuiting' in de zin van de onderhavige bepalingen, is niet in algemene termen te beantwoorden, maar is sterk verweven met de omstandigheden van het geval. Bij de beantwoording van die vraag komt in een geval als het onderhavige onder meer betekenis toe aan de aard en duur van de tewerkstelling, de beperkingen die zij voor de betrokkene meebrengt, en het economisch voordeel dat daarmee door de tewerksteller wordt behaald. Bij de weging van deze en andere relevante factoren dienen de in de Nederlandse samenleving geldende maatstaven als referentiekader te worden gehanteerd (zie onder meer Hoge Raad 27 oktober 2009, ECLI:NL:HR:2009:BI7099).
Uit de bewijsmiddelen blijkt dat de in de tenlastelegging genoemde vrouwen [naam1] , [naam2] en [naam3] vanuit Roemenië naar Nederland zijn gereisd en in [plaats1] in de prostitutie hebben gewerkt. In de woningen waar zij als prostituee werkzaam waren, verbleef verdachte die ook zelf als prostituee werkte. De vrouwen waren daar werkzaam onder de hierna te noemen omstandigheden. Zij hadden weinig tot geen inspraak over de door hen uitgevoerde werkzaamheden. De medeverdachte [medeverdachte2] maakte en onderhield de seksadvertenties en profielen, beantwoordde de telefoon, maakte afspraken over de tijd, prijs en diensten, ook verdachte was hierbij betrokken. Voorts regelde [medeverdachte2] woonruimte voor de vrouwen en bracht ze naar de afspraken. Dit gebeurde in samenspraak met verdachte. Uit de tapgespreken blijkt dat de vrouwen op dreigende toon werden aangesproken en aangespoord hun werk te doen en dat zij verantwoording aan de verdachten moesten afleggen. Via berichten die tussen verdachten werden uitgewisseld werd gecontroleerd hoe lang de vrouwen met een klant waren geweest. Aldus werden de werkzaamheden van de vrouwen gecontroleerd. Bovendien waren de werkomstandigheden zeer slecht. De vrouwen werkten lange dagen, vanaf 11 uur in de ochtend tot midden in de nacht en dat zes dagen per week. Een van de woningen van waaruit de werkzaamheden werden verricht was zeer onhygiënisch. Daarnaast moesten de vrouwen een groot deel van hun verdiensten afstaan aan de verdachten, zowel aan medeverdachte [medeverdachte2] voor de door hem verleende diensten als aan medeverdachte [medeverdachte1] en was er geen sprake van een evenredige verdeling van de inkomsten. Gelet op deze omstandigheden acht het hof bewezen dat sprake was van seksuele uitbuiting van de drie vrouwen.
Daarnaast stelt het hof op grond van het dossier vast dat het in het onderhavige geval gaat om drie vrouwen afkomstig uit een arm land, dat zij gingen werken in een voor hun onbekend land, waren zij de Nederlandse taal niet machtig en ook niet bekend met de Nederlandse gewoontes en gebruiken. In die zin waren de vrouwen afhankelijk van de verdachten en verkeerden zij ten opzicht van hen in een kwetsbare positie. De verdachten waren daarmee ook bekend door familie- en relationele banden met de vrouwen dan wel doordat ze uit dezelfde streek in Roemenië afkomstig waren. Ook hadden de verdachten het feitelijke overwicht over de vrouwen. Zij zorgden immers voor huisvesting, schreven en onderhielden de advertenties, onderhielden contact met klanten, voerden onderhandelingen over de diensten en de prijs, vervoerden de dames naar de klanten. Tevens kregen de medeverdachten [medeverdachte2] en [medeverdachte1] een aanzienlijk deel van de verdiensten en hadden de vrouwen schulden bij hen. Uit de wetsgeschiedenis volgt dat de wetgever bij de term “misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht” mede het oog heeft gehad op het brengen van een ander in een afhankelijke situatie waarin deze in diens keuzevrijheid wordt beperkt. Verdachten hebben met hun handelen de drie vrouwen onder controle gehouden en hun keuze- en bewegingsvrijheid ook ten aanzien van de invulling van de werkzaamheden en werktijden in grote mate beperkt.
Met betrekking tot het tenlastegelegde in vereniging plegen is het hof van oordeel dat verdachte tezamen en in vereniging met medeverdachte [medeverdachte2] en [medeverdachte1] heeft gehandeld door hen te faciliteren bij het aan het werk houden van de vrouwen terwijl zij met de vrouwen in één huis woonde. Zij spoorde de andere vrouwen aan om te werken en stuurde hen aan. Zij gaf in die zin ook opdrachten aan de vrouwen en pleegde daartoe overleg met de medeverdachten. Ze hield ook controle op wat de vrouwen met klanten deden en de vrouwen moesten ook verantwoording aan haar afleggen over hun werkzaamheden en verdiensten. Ook was zij betrokken bij het vervalsen van de identiteitskaart van [naam1] toen de minimumleeftijd op de site [naam4] .nl voor prostituees naar 21 jaar werd verhoogd.
Het hof concludeert op grond van het voorgaande dat de verdachten door gebruik van middelen, namelijk door het uit feitelijke omstandigheden voorvloeiend overwicht en het misbruik van de kwetsbare positie bewogen in de prostitutie te gaan werken en te blijven werken.
Voor een veroordeling voor sub 1 moet komen vast te staan dat de verdachte enig in dit deel van de tenlastelegging genoemd middel tegenover [naam1] , [naam2] en [naam3] heeft aangewend teneinde deze vrouwen te werven, te vervoeren, over te brengen, te huisvesten of op te nemen, met het oogmerk van uitbuiting. Op basis van het dossier acht het hof niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte zich hieraan schuldig heeft gemaakt zodat het hof de verdachte van dit deel van de tenlastelegging zal vrijspreken. Daarnaast acht het hof ook niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte enig voordeel heeft genoten van de seksuele uitbuiting van de drie vrouwen of dat zij daar enig voordeel uit heeft getrokken zodat zij ook van deze onderdelen van de tenlastelegging zal worden vrijgesproken.

Bewezenverklaring

Door wettige bewijsmiddelen, waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 2 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
2.zij in de periode van 17 januari 2015 tot en met 21 april 2015 te [plaats1] tezamen en in vereniging met een of meer anderen,

A. anderen, te weten [naam1] (geboren op [geboortedatum] 1996 te [plaats2] , Roemenië) en [naam2] (geboren op [geboortedatum] 1996) en [naam3] (geboren op [geboortedatum] 1977) door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en door misbruik van een kwetsbare positie,

- heeft bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van diensten van seksuele aard dan wel onder die omstandighe(i)d(en) enige handeling(en) heeft ondernomen waarvan verdachte en verdachtes mededaders wisten of redelijkerwijs moesten vermoeden dat die [naam1] en [naam2] en [naam3] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van diensten van seksuele aard,

hebbende verdachte en/of verdachtes mededader(s) (telkens)

- voornoemde [naam1] en [naam2] en [naam3] (be)geleid naar het werken als escort/prostituee in Nederland en (daarbij) misbruik gemaakt van de onvermogende toestand/positie waarin die - de Nederlandse taal niet machtige - [naam1] en [naam2] en [naam3] verkeerden en die [naam1] en [naam2] en [naam3] van hem/hen, verdachte en/of verdachtes mededader(s) afhankelijk gemaakt en
- seksadvertenties en profielen ten behoeve van die [naam1] en [naam2] en [naam3] (aan)gemaakt en geplaatst op de website www. [naam4] .nl, en die seksadvertenties en profielen beheerd en - met het oog op het opvallen voor en (daarmede) bereiken/trekken van (meer) klanten - (telkens) opgewaardeerd/omhoog geplaatst en aangepast en
- die [naam1] en [naam2] en [naam3] in hotelkamers en voormelde woningen, als escort/prostituee laten werken en die [naam1] en [naam2] en [naam3] middels genoemde seksadvertenties beschikbaar gemaakt en gehouden voor het verrichten van escort-/prostitutiewerkzaamheden en
- ten behoeve van de escort-/prostitutiewerkzaamheden van die [naam1] en [naam2] en [naam3] de werktelefoons opgenomen/beantwoord en beheerd en (hiermede) klanten geregeld en afspraken gemaakt met betrekking tot de door die [naam1] en [naam2] en [naam3] te verrichten werkzaamheden en door de klanten te betalen prijs en die [naam1] en [naam2] en [naam3] dienaangaande/dienovereenkomstig ingelicht en aan het werk gezet en aangestuurd en (aldus) de keuze-/bewegingsvrijheid van die [naam1] en [naam2] en [naam3] ingeperkt en
- die [naam1] en [naam2] en [naam3] geïnstrueerd over de wijze(n) waarop zij als escort/prostituee op voornoemde website (een) goede/betere recensie(s) zou(den) kunnen krijgen en (aldus) meer klanten en verdiensten zou(den) kunnen verkrijgen en
- een vervalste identiteitsdocument geregeld om de/het seksadvertentie/profiel van de nog niet 21-jarige [naam1] op voormelde website te laten staan en - na verwijdering - wederom op die website te plaatsen en
- in voormelde woningen gewoond en/of verbleven en (aldus) toegezien op (een minimum aan) (de) werktijd(en) en/of (de) verdiensten van die [naam1] en [naam2] en [naam3] als escort/prostituee en die [naam1] en [naam2] en [naam3] verantwoording laten afleggen en aangesproken over de door hen verrichtte escort-/prostitutiewerkzaamheden en hun verdiensten als escort/prostituee en die [naam1] en [naam2] en [naam3] (verder) onder controle gehouden en
- die zwangere [naam2] met het oog op een abortus naar Roemenië laten afreizen en
- het door die [naam1] en [naam2] en [naam3] met/in de escort/prostitutie verdiende geld - (mede) ter aflossing van (een) door hen bij verdachte en/of verdachtes mededader opgebouwde schuld - geheel of gedeeltelijk aan hen, verdachte en/of verdachtes mededader, doen afstaan en doen overmaken en onder zich genomen/gehouden en opgehaald en die [naam1] en [naam2] en [naam3] (aldus) in een (verder) van verdachte en/of verdachtes mededader(s) afhankelijke positie gebracht en gehouden.
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het onder 2 bewezenverklaarde levert op:
mensenhandel, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
meermalen gepleegd.

Strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.

Oplegging van straf en/of maatregel

De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Bij het bepalen van de straf voor mensenhandel gaat het hof uit van de strafdoeleinden, te weten de vergelding, speciale en generale preventie. In verband met die strafdoeleinden acht het hof voor strafoplegging in mensenhandel in het algemeen de volgende omstandigheden van belang:
- de mate waarin inbreuk is gemaakt op de autonomie van het slachtoffer;
- de periode waarin sprake is geweest van uitbuiting;
- het aantal slachtoffers dat is uitgebuit;
- de omstandigheid dat sprake is van een georganiseerd verband;
- de wijze (zoals de mate van geweld) waarop het slachtoffer is gedwongen/bewogen de prostitutiewerkzaamheden te doen;
- de leeftijd en/of kwetsbaarheid van het slachtoffer;
- het aantal dagen per week en het aantal uren per dag waarop er gewerkt moest worden;
- de werkzaamheden die verricht moesten worden;
- de werkomstandigheden (werken op straat of binnen, werken tijdens ziekte en zwangerschap, zonder condoom);
- de hoeveelheid geld die werd afgedragen;
- het percentage van de verdiensten dat moest worden afgedragen;
- overige omstandigheden zoals gedwongen abortus, tatoeages en borstvergrotingen;
- de rol van verdachte met betrekking tot die uitbuiting (vervulde hij een kernrol of was hij ‘slechts’ faciliterend);
- de houding van de verdachte (heeft hij inzicht getoond in het kwalijke van zijn gedrag);
- relevante recidive.
Mensenhandel is een ernstig strafbaar feit. De verdachte heeft zich gedurende een aantal maanden schuldig gemaakt aan seksuele uitbuiting van drie vrouwen. Door te handelen als bewezen verklaard heeft de verdachte – gebruikmakend van het overwicht dat zij samen met medeverdachten had op de slachtoffers die uit het buitenland afkomstig waren, geen sociaal vangnet in Nederland hadden en de Nederlandse taal niet machtig waren – misbruik gemaakt van hun kwetsbare positie. Zij hebben lange dagen moeten werken onder stuitende omstandigheden. Hun onderkomen stonk en ongedierte was talrijk aanwezig in de kamers waarin zijn verbleven en hun diensten verleenden. Zij heeft daarbij samen met medeverdachten op indringende wijze inbreuk gemaakt op de lichamelijke en geestelijke integriteit van de slachtoffers en voorts op de vrijheid die zij zouden moeten hebben om hun eigen leven vorm te geven.
Zowel de advocaat-generaal en de verdediging hebben verzocht om artikel 9a Sr toe te passen vanwege het slachtofferschap van de verdachte zelf. Het hof kan zich met deze gedachtegang niet verenigen. Daartoe overweegt het hof dat het hof wel ziet dat er aanwijzingen zijn dat de verdachte ook zelf slachtoffer is van uitbuiting. Zo blijkt uit het dossier dat zij het (geheel) door haar verdiende geld naar Roemenië stuurde en daarvan haar partner - medeverdachte [medeverdachte1] - onderhield, evenwel ziet het hof in de gedragingen van de verdachte niet dat hetgeen zij de andere drie vrouwen aan heeft gedaan rechtstreeks het gevolg is van de uitbuiting jegens haar gepleegd en evenmin dat zij daarin geen andere keuze heeft gehad. Het hof acht de handelingen van de verdachte wel verwijtbaar en ziet daarin aanleiding om een onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen. Toepassing van artikel 9a Sr doet naar het oordeel van het hof geen recht aan de ernst van het bewezenverklaarde feit.
Bij de bepaling van de strafmaat houdt het hof voorts rekening met haar huidige persoonlijke omstandigheden en met het Uittreksel Justitiële Documentatie betreffende verdachte van 4 maart 2021 waaruit blijkt dat verdachte in Nederland niet eerder onherroepelijk is veroordeeld voor het plegen van strafbare feiten.
Daarnaast is er sprake van een overschrijding van de redelijke termijn. Verdachte is op 21 april 2015 in verzekering gesteld, de begindatum van de redelijke termijn. De rechtbank wees op 12 oktober 2016 vonnis en het hof wijst (mede als gevolg van het feit dat in de zaak van medeverdachte getuigen gehoord moesten worden) pas op 14 april 2021 arrest. De opgelopen vertraging is voor een groot deel te wijten aan justitie zodat het hof hier in de strafoplegging rekening mee zal houden.
Gezien de ernst van de bewezen verklaarde feiten enerzijds, maar gelet op het feit dat verdachte in de bewezenverklaarde periode mogelijk zelf ook slachtoffer was van mensenhandel anderzijds, acht het hof een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 3 maanden met aftrek van voorarrest passend en geboden. Gelet op de vastgestelde overschrijding van de redelijke termijn zal het hof verdachte veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 2 maanden, met aftrek van het voorarrest.

Beslag

Ten aanzien van het geldbedrag van € 2.210,00 bepaalt het hof dat dit moet worden teruggegeven aan de verdachte.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

Het hof heeft gelet op de artikelen 57 en 273f van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart de verdachte en de officier van justitie niet-ontvankelijk in het hoger beroep, voor zover gericht tegen de beslissing ter zake van het onder 1 tenlastegelegde.
Vernietigt het vonnis waarvan beroep voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen en doet in zoverre opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 2 tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 2 bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
2 (twee) maanden.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Gelast de
teruggaveaan de verdachte van het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten: geld (€ 2.210,00).
Aldus gewezen door
mr. L.T. Wemes, voorzitter,
mr. J.D. den Hartog en mr. R.J. Bokhorst, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. A. Dörholt, griffier,
en op 14 april 2021 ter openbare terechtzitting uitgesproken.