Uitspraak
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Het vonnis waarvan beroep
De tenlastelegging
hij op of omstreeks 28 februari 2017 te [plaats] , terwijl hij wist of redelijkerwijs moest weten dat hem bij rechterlijke uitspraak of strafbeschikking de bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigen was ontzegd, gedurende de tijd dat hem die bevoegdheid was ontzegd, op de weg, [adres1] , een motorrijtuig, (personenauto), heeft bestuurd;
hij op of omstreeks 28 februari 2017 te [plaats] als bestuurder van een motorvoertuig (personenauto) op de voor het openbaar verkeer openstaande weg, [adres1] , geen gevolg heeft gegeven aan een verkeersteken dat een gebod of verbod inhoudt, immers in strijd met een bord A1 van bijlage I van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 - op welk bord een maximumsnelheid van 100 kilometer per uur was aangegeven - heeft gereden met een snelheid van ongeveer 159 kilometer per uur, in elk geval de aldaar toegestane maximumsnelheid met meer dan 30 kilometer per uur heeft overschreden.
Overweging met betrekking tot het bewijs van het rijden tijdens rijontzegging
Overweging met betrekking tot het bewijs van de snelheidsovertreding
Bewezenverklaring
hij op 28 februari 2017 te [plaats] , terwijl hij wist dat hem bij rechterlijke uitspraak de bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigen was ontzegd, gedurende de tijd dat hem die bevoegdheid was ontzegd, op de weg, een motorrijtuig, (personenauto), heeft bestuurd;
hij op 28 februari 2017 te [plaats] als bestuurder van een motorvoertuig (personenauto) op de voor het openbaar verkeer openstaande weg, geen gevolg heeft gegeven aan een verkeersteken dat een gebod of verbod inhoudt, immers in strijd met een bord A1 van bijlage I van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 - op welk bord een maximumsnelheid van 100 kilometer per uur was aangegeven - heeft gereden met een snelheid van ongeveer 159 kilometer per uur.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
overtreding van artikel 9, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994.
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
3 (drie) weken.
bevoegdheid motorrijtuigen te besturenvoor de duur van
6 (zes) maanden.
taakstrafvoor de duur van
30 (dertig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
15 (vijftien) dagen hechtenis.