ECLI:NL:GHARL:2021:3322

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
7 april 2021
Publicatiedatum
7 april 2021
Zaaknummer
21-004180-20
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor straatroven en poging daartoe met taakstraf en voorwaardelijke jeugddetentie

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 7 april 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Midden-Nederland. De verdachte, geboren in 2002 en zonder bekende woon- of verblijfplaats, was eerder veroordeeld voor twee straatroven en een poging daartoe. De rechtbank had de verdachte veroordeeld tot een jeugddetentie van twee maanden en had schadevergoedingen toegewezen aan de benadeelde partijen. In hoger beroep heeft het hof het vonnis van de rechtbank vernietigd, omdat het vonnis niet was aangevuld met bewijsmiddelen. Het hof heeft de zaak opnieuw beoordeeld en de verdachte veroordeeld tot een taakstraf van 120 uren, subsidiair 60 dagen jeugddetentie, en een voorwaardelijke jeugddetentie van twee maanden met een proeftijd van twee jaar. De verdachte heeft zich samen met anderen schuldig gemaakt aan ernstige strafbare feiten, waarbij geweld is gebruikt tegen jonge slachtoffers. Het hof heeft rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder haar leeftijd en recente veranderingen in haar leven, zoals het worden van moeder. De vorderingen tot schadevergoeding van de benadeelde partijen zijn gedeeltelijk toegewezen, waarbij de verdachte hoofdelijk aansprakelijk is gesteld voor de schade.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-004180-20
Uitspraak d.d.: 7 april 2021
TEGENSPRAAK

Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof

Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Zwolle,
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Midden-Nederland van 11 september 2019 met parketnummer 16-659099-18 in de strafzaak tegen

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 2002,
zonder bekende woon- of verblijfplaats hier te lande (volgens opgave van de raadsvrouw en de SKDB wonende in [buitenland] ).

Het hoger beroep

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 24 maart 2021 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot veroordeling van verdachte tot een taakstraf voor de duur van 150 uren, subsidiair 75 dagen jeugddetentie. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.
Het hof heeft voorts kennisgenomen van hetgeen namens verdachte door haar raadsvrouw, mr. S. Epema, naar voren is gebracht.

Het vonnis waarvan beroep

De rechtbank heeft bij vonnis van 11 september 2019, waartegen het hoger beroep is gericht, de verdachte ter zake van het onder 1 primair, 2 en 3 tenlastegelegde veroordeeld tot een jeugddetentie voor de duur van 2 maanden, met aftrek van het voorarrest. Daarnaast heeft de rechtbank de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [benadeelde partij1] hoofdelijk toegewezen tot een bedrag van € 1.019,97, vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel, en de vordering voor wat betreft het meer gevorderde afgewezen. De rechtbank heeft voorts de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [benadeelde partij2] hoofdelijk toegewezen tot een bedrag van € 1.486,72, vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel, de vordering voor wat betreft het meer gevorderde ad € 150,- afgewezen en de benadeelde partij voor wat betreft het meer gevorderde ad € 3.015,- niet-ontvankelijk in de vordering verklaard. Tot slot heeft de rechtbank het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis opgeheven.
Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen omdat het vonnis van de rechtbank een verkort vonnis betreft en de rechtbank het vonnis niet heeft aangevuld met de bewijsmiddelen. Het hof zal daarom opnieuw rechtdoen.

De tenlastelegging

Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
1. primair
zij op of omstreeks 30 januari 2018 te [plaats] , althans in het arrondissement Midden-Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een telefoon (iPhone 7), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of haar mededader(s) toebehoorde, te weten aan [benadeelde partij1] , heeft/hebben weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen,
terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [benadeelde partij1] en/of [benadeelde partij3] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door
- de fiets van die [benadeelde partij1] vast te houden en/of
- te dreigen dat de telefoon van die [benadeelde partij1] in het water zou worden gegooid en/of
- ( vervolgens) te dreigen dat die [benadeelde partij1] in het water zou worden gegooid en/of
- ( vervolgens) te dreigen dat de kleren van die [benadeelde partij1] zouden worden uitgetrokken en/of (vervolgens) in het water zouden worden gegooid en/of dat die [benadeelde partij1] (daarna) naakt naar huis zou moeten lopen en/of
- ( vervolgens) tegen het gezicht/hoofd, althans tegen het lichaam van die [benadeelde partij1] te slaan/stompen en/of te schoppen tegen het lichaam van die [benadeelde partij1] en/of
- ( vervolgens) tegen het gezicht/hoofd, althans tegen het lichaam van die [benadeelde partij3] te slaan/stompen/krabben, althans soortgelijke (dreigende) handelingen heeft/hebben verricht;
en/of
zij op of omstreeks 30 januari 2018 te [plaats] , althans in het arrondissement Midden-Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld, [benadeelde partij1] heeft/hebben gedwongen tot de afgifte van een telefoon (iPhone 7), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan die [benadeelde partij1] toebehoorde, door
- de fiets van die [benadeelde partij1] vast te houden en/of
- te dreigen dat de telefoon van die [benadeelde partij1] in het water zou worden gegooid en/of
- ( vervolgens) te dreigen dat die [benadeelde partij1] in het water zou worden gegooid en/of
- ( vervolgens) te dreigen dat de kleren van die [benadeelde partij1] zouden worden uitgetrokken en/of (vervolgens) in het water zouden worden gegooid en/of dat die [benadeelde partij1] (daarna) naakt naar huis zou moeten lopen en/of
- ( vervolgens) tegen het gezicht/hoofd, althans tegen het lichaam van die [benadeelde partij1] te slaan/stompen en/of te schoppen tegen het lichaam van die [benadeelde partij1] en/of
- ( vervolgens) tegen het gezicht/hoofd, althans tegen het lichaam van die [benadeelde partij3] te slaan/stompen/krabben,
althans soortgelijke (dreigende) handelingen heeft/hebben verricht;
1. subsidiair
zij op of omstreeks 30 januari te [plaats] , althans in het arrondissement Midden-Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen [benadeelde partij3] heeft mishandeld door tegen/in het gezicht/hoofd, althans tegen het lichaam van die [benadeelde partij3] te slaan/stompen/krabben;
2.
zij op of omstreeks 2 februari 2018 te [plaats] , althans in het arrondissement Midden-Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een telefoon (iPhone 6s) en/of een tas van de [naam] (met daarin nieuwe kleding), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of haar mededader(s) toebehoorde, te weten aan [benadeelde partij2] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen,
terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [benadeelde partij2] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door
- die [benadeelde partij2] bij de onderarm vast te pakken/houden en/of
- ( dreigend) om die [benadeelde partij2] heen te gaan staan en/of
- een mes te laten zien en/of een mes op de borst, althans op het lichaam van die [benadeelde partij2] te richten en/of
- ( vervolgens) een arm om die [benadeelde partij2] heen te slaan en/of die [benadeelde partij2] met (dwangmatige) kracht mee te duwen/trekken/begeleiden en/of
- te dreigen dat als die [benadeelde partij2] niet mee zou gaan en/of om hulp zou roepen die [benadeelde partij2] zou worden gestoken en/of
- dreigend de woorden toe te voegen "Ik steek je als je dit niet doet" en/of "Dan heb je geen benen meer of we maken je dood" en/of
- te dreigen dat zij, verdachte en/of haar mededader(s) die [benadeelde partij2] zouden opzoeken en/of naar het huis van die [benadeelde partij2] zouden komen als die [benadeelde partij2] aangifte zou doen en/of Find My iPhone aan zou zetten,
althans soortgelijke (dreigende) handelingen heeft/hebben verricht;
en/of
zij op of omstreeks 2 februari te [plaats] , althans in het arrondissement Midden-Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [benadeelde partij2] heeft/hebben gedwongen tot de afgifte van een telefoon (iPhone 6s) en/of een tas van de [naam] (met daarin nieuwe kleding), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan die [benadeelde partij2] toebehoorde, door
- die [benadeelde partij2] bij de onderarm vast te pakken/houden en/of
- ( dreigend) om die [benadeelde partij2] heen te gaan staan en/of
- een mes te laten zien en/of een mes op de borst, althans op het lichaam van die [benadeelde partij2] te richten en/of
- ( vervolgens) een arm om die [benadeelde partij2] heen te slaan en/of die [benadeelde partij2] met (dwangmatige) kracht mee te duwen/trekken/begeleiden en/of
- te dreigen dat als die [benadeelde partij2] niet mee zou gaan en/of om hulp zou roepen die [benadeelde partij2] zou worden gestoken en/of
- dreigend de woorden toe te voegen "Ik steek je als je dit niet doet" en/of "Dan heb je geen benen meer of we maken je dood" en/of
- te dreigen dat zij, verdachte en/of haar mededader(s) die [benadeelde partij2] zouden opzoeken en/of naar het huis van die [benadeelde partij2] zouden komen als die [benadeelde partij2] aangifte zou doen en/of Find my iPhone aan zou zetten,
althans soortgelijke (dreigende) handelingen heeft/hebben verricht;
3.
zij op of omstreeks 31 januari 2018 te [plaats] , althans in het arrondissement Midden-Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om een mobiele telefoon (iPhone), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of haar mededader(s) toebehoorde, te weten aan [benadeelde partij4] , weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en deze poging diefstal te doen voorafgaan, te doen vergezellen en/of te doen volgen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [benadeelde partij4] , te plegen met het oogmerk om die voorgenomen diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf en/of andere deelnemer(s) aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, - bij die [benadeelde partij4] in de lift is/zijn gaan staan en op alle knopjes heeft/hebben gedrukt en/of
- tegen die [benadeelde partij4] heeft/hebben gezegd dat zij haar telefoon moest (af)geven en/of
- die [benadeelde partij4] bij haar pols, althans arm, heeft/hebben vastgepakt en/of
- heeft/hebben geprobeerd die [benadeelde partij4] terug de lift in te trekken,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
en/of
zij op of omstreeks 31 januari 2018 te [plaats] , althans in het arrondissement Midden-Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en/of haar mededader(s) voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [benadeelde partij4] te dwingen tot de afgifte van een mobiele telefoon (iPhone), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan die [benadeelde partij4] toebehoorde,
- bij die [benadeelde partij4] in de lift is/zijn gaan staan en op alle knopjes heeft/hebben gedrukt en/of
- tegen die [benadeelde partij4] heeft/hebben gezegd dat zij haar telefoon moest (af)geven en/of
- die [benadeelde partij4] bij haar pols, althans arm, heeft/hebben vastgepakt en/of
- heeft/hebben geprobeerd die [benadeelde partij4] terug de lift in te trekken,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Bewezenverklaring

Door wettige bewijsmiddelen, waarbij de inhoud van elk bewijsmiddel - ook in onderdelen - slechts wordt gebezigd tot het bewijs van dat tenlastegelegde feit waarop het blijkens de inhoud kennelijk betrekking heeft, en waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1 primair, 2 en 3 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande, dat:
feit 1. primair
zij op 30 januari 2018 te [plaats] , tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en bedreiging met geweld, [benadeelde partij1] heeft gedwongen tot de afgifte van een telefoon (iPhone 7), dieaan die [benadeelde partij1] toebehoorde, door
- de fiets van die [benadeelde partij1] vast te houden en
- te dreigen dat de telefoon van die [benadeelde partij1] in het water zou worden gegooid en
- te dreigen dat die [benadeelde partij1] in het water zou worden gegooid en
- te dreigen dat de kleren van die [benadeelde partij1] zouden worden uitgetrokken en in het water zouden worden gegooid en dat die [benadeelde partij1] daarna naakt naar huis zou moeten lopen en
- tegen het gezicht/hoofd van die [benadeelde partij1] te slaan en/of te schoppen tegen het lichaam van die [benadeelde partij1] en
- tegen het gezicht/hoofd van [benadeelde partij3] te slaan;
feit 2.
zij op 2 februari 2018 te [plaats] , tezamen en in vereniging met anderen, een telefoon (iPhone 6s) die toebehoorde aan [benadeelde partij2] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en gevolgd van geweld en bedreiging met geweld tegen die [benadeelde partij2] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door
- die [benadeelde partij2] bij de onderarm vast te pakken en
- dreigend om die [benadeelde partij2] heen te gaan staan en
- een mes te laten zien en op de borst van die [benadeelde partij2] te richten en
- een arm om die [benadeelde partij2] heen te slaan en die [benadeelde partij2] met (dwangmatige) kracht mee te duwen/trekken/begeleiden en
- te dreigen dat als die [benadeelde partij2] niet mee zou gaan en om hulp zou roepen die [benadeelde partij2] zou worden gestoken en
- dreigend de woorden toe te voegen "Ik steek je als je dit niet doet" en "Dan heb je geen benen meer of we maken je dood" en
- te dreigen dat zij, verdachte en/of haar mededaders, die [benadeelde partij2] zouden opzoeken en/of naar het huis van die [benadeelde partij2] zouden komen als die [benadeelde partij2] aangifte zou doen of Find my Iphone aan zou zetten;
en
zij op 2 februari 2018 te [plaats] , tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en bedreiging met geweld [benadeelde partij2] heeft gedwongen tot de afgifte van een tas van de [naam] (met daarin nieuwe kleding), die aan die [benadeelde partij2] toebehoorde, door
- die [benadeelde partij2] bij de onderarm vast te pakken en
- dreigend om die [benadeelde partij2] heen te gaan staan en
- een mes te laten zien en op de borst van die [benadeelde partij2] te richten en
- een arm om die [benadeelde partij2] heen te slaan en die [benadeelde partij2] met (dwangmatige) kracht mee te duwen/trekken/begeleiden en
- te dreigen dat als die [benadeelde partij2] niet mee zou gaan en om hulp zou roepen die [benadeelde partij2] zou worden gestoken en
- dreigend de woorden toe te voegen "Ik steek je als je dit niet doet" en "Dan heb je geen benen meer of we maken je dood" en
- te dreigen dat zij, verdachte en/of haar mededaders die [benadeelde partij2] zouden opzoeken en/of naar het huis van die [benadeelde partij2] zouden komen als die [benadeelde partij2] aangifte zou doen en/of Find my iPhone aan zou zetten;
feit 3.
zij op 31 januari 2018 te [plaats] , tezamen en in vereniging met anderen, ter uitvoering van het door verdachte en haar mededaders voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld [benadeelde partij4] te dwingen tot de afgifte van een mobiele telefoon (iPhone), die aan die [benadeelde partij4] toebehoorde,
- bij die [benadeelde partij4] in de lift is gaan staan en op alle knopjes heeft gedrukt en
- tegen die [benadeelde partij4] heeft gezegd dat zij haar telefoon moest afgeven en
- die [benadeelde partij4] bij haar pols heeft vastgepakt en
- heeft geprobeerd die [benadeelde partij4] terug de lift in te trekken,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het onder 1 primair bewezenverklaarde levert op:
afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
Het onder 2 bewezenverklaarde levert op:
diefstal, voorafgegaan, vergezeld en gevolgd door geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden, gemakkelijk te maken, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of aan andere deelnemers van het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, terwijl dit feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen

en

afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
Het onder 3 bewezenverklaarde levert op:
poging tot afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.

Strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.

Oplegging van straf en/of maatregel

De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft zich samen met twee anderen in een tijdsbestek van vier dagen schuldig gemaakt aan twee straatroven en een poging daartoe. Hierbij hebben verdachte en haar medeverdachten tegen jonge slachtoffers geweld gebruikt en gedreigd met geweld. Verdachte en haar medeverdachten zijn planmatig te werk gegaan en hebben doelbewust jonge meisjes uitgezocht die in hun ogen makkelijke slachtoffers waren. Op slinkse wijze hebben ze de slachtoffers bewogen hun mobiele telefoon te laten zien, waarna zij de kans zagen het toestel af te pakken of de slachtoffers te dwingen het toestel af te geven. Bij één van de straatroven is met een mes gedreigd.
Het betreft ernstige strafbare feiten, die een grote impact hebben gehad op de jonge slachtoffers. Slachtoffers van dergelijke misdrijven kunnen nog lange tijd last hebben van angstgevoelens, zoals ook blijkt uit de zich in het dossier bevindende slachtofferverklaringen van [benadeelde partij1] en [benadeelde partij2] . Voorts heeft verdachte getoond geen enkel respect te hebben voor het eigendomsrecht van een ander en heeft verdachte zich enkel laten leiden door financieel gewin.
Hoewel het hof ervan uitgaat dat verdachte degene was die het mes heeft getoond aan aangeefster [benadeelde partij2] en zij daarmee een kwalijke rol heeft gespeeld in het geheel, lijkt het erop dat verdachte niet degene is geweest die het initiatief heeft genomen tot het plegen van de feiten. Het hof heeft hiermee rekening gehouden bij de strafoplegging.
De raadsvrouw van verdachte heeft ter zitting van het hof verzocht om aan verdachte geen onvoorwaardelijke jeugddetentie op te leggen. Zij heeft daartoe aangevoerd dat verdachte destijds 15 jaar oud was en met de verkeerde meisjes optrok. Inmiddels heeft zij een heel ander leven: ze is nu 18 jaar, woont in [buitenland] met haar vriend en heeft in oktober 2019 een kindje gekregen. Dat verdachte moeder is geworden, heeft ervoor gezorgd dat zij nu anders in het leven staat: ze wil het goede voorbeeld geven aan haar kind. Uit haar strafblad blijkt dat verdachte sinds het krijgen van haar kind niet meer met politie en justitie in aanraking is gekomen.
Het hof acht, alles overwegende, een taakstraf voor de duur van 120 uren, subsidiair 60 dagen jeugddetentie, met aftrek van het voorarrest, alsmede een geheel voorwaardelijke jeugddetentie voor de duur van 2 maanden met een proeftijd van 2 jaren, een passende en geboden straf. De voorwaardelijke jeugddetentie dient als een stevige stok achter de deur om te voorkomen dat verdachte zich opnieuw schuldig zal maken aan het plegen van strafbare feiten. Dat verdachte thans in [buitenland] woont, staat naar het oordeel van het hof niet in de weg aan het opleggen van een taakstraf gelet op de Wet wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging vrijheidsbenemende en voorwaardelijke sancties (WETS).

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij1]

De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 1.624,21, bestaande uit € 1.024,21 materiële schade en € 600,- immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep gedeeltelijk (hoofdelijk) toegewezen tot een bedrag van € 1.019,97. Voor wat betreft het meer gevorderde is de vordering afgewezen. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van haar oorspronkelijke vordering.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is het hof voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het onder 1 primair bewezenverklaarde handelen van verdachte rechtstreeks schade heeft geleden tot een bedrag van € 1.019,97. Verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden zodat de vordering, die onvoldoende door verdachtes raadsvrouw is weersproken, tot dat bedrag, inclusief de wettelijke rente, hoofdelijk zal worden toegewezen.
Voor wat betreft het meer gevorderde, te weten de abonnementskosten en de thuiskopieheffing, is uit het onderzoek ter terechtzitting onvoldoende gebleken dat dit als door de benadeelde partij rechtstreeks door het strafbare feit geleden schade kan worden aangemerkt. Verdachte is in zoverre niet tot vergoeding van die schade gehouden zodat de vordering voor het overige zal worden afgewezen.
Gelet op het vorenstaande dient verdachte te worden veroordeeld in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot aan deze uitspraak begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken.
Om te bevorderen dat de schade door verdachte wordt vergoed, zal het hof de maatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen op de hierna te noemen wijze.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij2]

De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 4.651,72, bestaande uit € 4.051,72 materiële schade en € 600,- immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep gedeeltelijk (hoofdelijk) toegewezen tot een bedrag van € 1.486,72. De vordering is voor wat betreft het meer gevorderde ad € 150,- afgewezen. Voorts is de benadeelde partij voor wat betreft het meer gevorderde ad € 3.015,- niet-ontvankelijk in de vordering verklaard. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep niet opnieuw gevoegd. Het hof heeft in hoger beroep te oordelen over de gevorderde schadevergoeding voor zover deze in eerste aanleg is toegewezen.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is het hof voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het onder 2 primair bewezenverklaarde handelen van verdachte rechtstreeks schade heeft geleden tot een bedrag van € 1.486,72. Verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden zodat de vordering, die onvoldoende door verdachtes raadsvrouw is weersproken, tot dat bedrag, inclusief de wettelijke rente, hoofdelijk zal worden toegewezen.
Gelet op het vorenstaande dient verdachte te worden veroordeeld in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot aan deze uitspraak begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken.
Om te bevorderen dat de schade door verdachte wordt vergoed, zal het hof de maatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen op de hierna te noemen wijze.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

Het hof heeft gelet op de artikelen 36f, 45, 63, 77a, 77g, 77i, 77m, 77n, 77x, 77y, 77z, 77gg, 312 en 317 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1 primair, 2 en 3 tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1 primair, 2 en 3 bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
taakstraf, bestaande uit een
werkstrafvoor de duur van
120 (honderdtwintig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
60 (zestig) dagen jeugddetentie.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde taakstraf in mindering zal worden gebracht, volgens de maatstaf van twee uren taakstraf per in voorarrest doorgebrachte dag, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.

Veroordeelt de verdachte tot jeugddetentie voor de duur van 2 (twee) maanden.

Bepaalt dat de jeugddetentie niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij1]
Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [benadeelde partij1] ter zake van het onder 1 primair bewezenverklaarde tot het bedrag van
€ 1.019,97 (duizend negentien euro en zevenennegentig cent) bestaande uit € 419,97 (vierhonderdnegentien euro en zevenennegentig cent) materiële schade en € 600,00 (zeshonderd euro) immateriële schade, waarvoor de verdachte met de mededader(s) hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Wijst de vordering van de benadeelde partij tot schadevergoeding voor het overige af.
Veroordeelt de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [benadeelde partij1] , ter zake van het onder 1 primair bewezenverklaarde een bedrag te betalen van € 1.019,97 (duizend negentien euro en zevenennegentig cent) bestaande uit € 419,97 (vierhonderdnegentien euro en zevenennegentig cent) materiële schade en € 600,00 (zeshonderd euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling op ten hoogste 0 (nul) dagen.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte of zijn mededader(s) aan een van beide betalingsverplichtingen hebben voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de materiële en de immateriële schade op 30 januari 2018.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij2]

Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [benadeelde partij2] ter zake van het onder 2 bewezenverklaarde tot het bedrag van
€ 1.486,72 (duizend vierhonderdzesentachtig euro en tweeënzeventig cent) bestaande uit € 886,72 (achthonderdzesentachtig euro en tweeënzeventig cent) materiële schade en € 600,00 (zeshonderd euro) immateriële schade, waarvoor de verdachte met de mededader(s) hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Veroordeelt de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [benadeelde partij2] , ter zake van het onder 2 bewezenverklaarde een bedrag te betalen van € 1.486,72 (duizend vierhonderdzesentachtig euro en tweeënzeventig cent) bestaande uit € 886,72 (achthonderdzesentachtig euro en tweeënzeventig cent) materiële schade en € 600,00 (zeshonderd euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling op ten hoogste 0 (nul) dagen.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte of zijn mededader(s) aan een van beide betalingsverplichtingen hebben voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de materiële schade op
- 2 februari 2018 over een bedrag van € 736,72
- 1 augustus 2018 over een bedrag van € 75,00
- 5 november 2018 over een bedrag van € 75,00
en van de immateriële schade op 2 februari 2018.
Aldus gewezen door
mr. H.J. Deuring, voorzitter,
mr. W. Foppen en mr. M.C. van Linde, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. S.M. Nicolai, griffier,
en op 7 april 2021 ter openbare terechtzitting uitgesproken.