ECLI:NL:GHARL:2021:3197

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
2 april 2021
Publicatiedatum
6 april 2021
Zaaknummer
21-003705-18
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdenking van opzet-/schuldheling en niet-ontvankelijkverklaring van de benadeelde partij

In deze zaak heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 2 april 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Nederland. De verdachte, geboren in 1983 en thans verblijvende in P.I. Veenhuizen, was eerder veroordeeld tot een taakstraf en een voorwaardelijke gevangenisstraf. Het hof heeft het hoger beroep behandeld na een zitting op 19 maart 2021, waarbij de advocaat-generaal vrijspraak heeft gevorderd en de vordering tot tenuitvoerlegging van de eerdere straf heeft afgewezen. De politierechter had de verdachte veroordeeld voor het verwerven van een Mac computer, waarvan werd gesteld dat deze door misdrijf verkregen was. Het hof heeft echter geconcludeerd dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte schuldig te verklaren voor het tenlastegelegde feit. Hierdoor heeft het hof het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte vrijgesproken. Tevens is de benadeelde partij, die een schadevergoeding had gevorderd, niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering, omdat de verdachte niet schuldig was bevonden. De kosten zijn door beide partijen zelf te dragen. Het arrest is uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier, waarbij één van de raadsheren niet in staat was het arrest mede te ondertekenen.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-003705-18
Uitspraak d.d.: 2 april 2021
TEGENSPRAAK
Arrestvan de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Leeuwarden, gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Nederland van 29 juni 2018 met parketnummer 18-051364-18 en de van dat vonnis deel uitmakende beslissing op de vordering tot tenuitvoerlegging, parketnummer 18-080787-17, in de strafzaak tegen

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1983,
thans uit anderen hoofde verblijvende in P.I. Veenhuizen, gevangenis [naam] te Veenhuizen.

Het hoger beroep

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 19 maart 2021 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot vrijspraak van de verdachte, tot afwijzing van de vordering tot tenuitvoerlegging en tot niet-ontvankelijkverklaring van de benadeelde partij in haar vordering. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.
Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen namens verdachte door zijn raadsman,
mr. M. Kuipers, naar voren is gebracht.

Het vonnis waarvan beroep

De politierechter heeft de verdachte veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van veertig uren, subsidiair twintig dagen hechtenis en tot een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van eenentwintig dagen, met een proeftijd van twee jaren. Daarnaast heeft de politierechter op de vordering tot tenuitvoerlegging beslist dat in plaats van de tenuitvoerlegging van een gevangenisstraf voor de duur van een week de verdachte een taakstraf voor de duur van tien uren dient te verrichten.
Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen omdat het tot een andere bewijsbeslissing komt en daarom opnieuw rechtdoen.

De tenlastelegging

Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
hij op of omstreeks 6 februari 2018 te [plaats] , een goed te weten Mac computer (serienummer [nummer] ) heeft verworven, voorhanden gehad, en/of overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Vrijspraak

Het hof heeft uit het onderzoek ter terechtzitting niet door de inhoud van wettige bewijsmiddelen de overtuiging bekomen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, zodat verdachte daarvan behoort te worden vrijgesproken.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij] B.V.

De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 60.713,33. De benadeelde partij is in de vordering bij het vonnis waarvan beroep niet-ontvankelijk verklaard. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van haar oorspronkelijke vordering.
De verdachte wordt niet schuldig verklaard ter zake van het tenlastegelegde handelen waardoor de gestelde schade zou zijn veroorzaakt. De benadeelde partij kan daarom in haar vordering niet worden ontvangen.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij] B.V.

Verklaart de benadeelde partij [benadeelde partij] B.V. niet-ontvankelijk in de vordering tot schadevergoeding.
Bepaalt dat de benadeelde partij en de verdachte ieder hun eigen kosten dragen.
Wijst af de vordering van de officier van justitie in het arrondissement te Noord-Nederland van 15 maart 2018, strekkende tot tenuitvoerlegging van de bij vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Nederland van 10 november 2017, onder parketnummer 18-080787-17, voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf.
Aldus gewezen door
mr. F. van der Maden, voorzitter,
mr. L.T. Wemes en mr. H.K. Elzinga, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. A. Meester, griffier,
en op 2 april 2021 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
Mr. H.K. Elzinga voornoemd is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.