In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [appellant] tegen Mogano Shipbuilding B.V. over gebreken aan het lakwerk van een door Mogano uitgevoerd werk aan een dagcruiser, eigendom van [appellant]. De procedure is gestart na een eerdere uitspraak van de kantonrechter die de vorderingen van [appellant] had afgewezen op basis van een vaststellingsovereenkomst die in 2016 was gesloten. Deze overeenkomst zou de discussie over de kwaliteit van het lakwerk beëindigen.
Het hof heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat de gemaakte afspraak inderdaad de strekking had om zowel de kosten van een expert als de kwaliteit van het werk te regelen. [appellant] stelde dat de overeenkomst alleen betrekking had op gebreken die op dat moment zichtbaar waren, maar het hof oordeelde dat er geen voorbehoud was gemaakt voor latere gebreken. De deskundige Van Baars had het lakwerk beoordeeld en geen afwijkingen vastgesteld, wat volgens het hof betekent dat [appellant] afstand heeft gedaan van zijn recht om te klagen over latere gebreken.
Het hof bekrachtigde de beslissing van de kantonrechter en veroordeelde [appellant] in de proceskosten van Mogano. De uitspraak benadrukt het belang van duidelijke afspraken in vaststellingsovereenkomsten en de gevolgen van het niet maken van voorbehouden.