4.7.Belanghebbende heeft zich op het standpunt gesteld dat de waarde van de onroerende zaak € 329.500 moet zijn, en wel om de volgende redenen:
- de heffingsambtenaar is er ten onrechte van uitgegaan dat de woning over een dakkapel beschikt;
- de gehanteerde grondstaffel is onjuist omdat deze uitkomt op een niet-marktconforme hectareprijs zoals die zou gelden voor akkerland, die niet te vergelijken is met tuinen bij een woning. Bovendien zijn de stappen in de grondstaffel te snel en te groot;
- de tuin van het vergelijkingsobject [b-straat] 33 te [B] is dubbel zo groot en veel beter gelegen terwijl de voor dit vergelijkingsobject gehanteerde grondwaarde maar 31% hoger is;
- er onvoldoende rekening is gehouden met ernstige scheurvorming. De heffingsambtenaar heeft gesteld dat in verband hiermee de waarde met € 40.000 is verlaagd, maar dit blijkt niet uit het taxatierapport;
- het vergelijkingsobject [b-straat] 33 te [B] geen garages heeft;
- het vergelijkingsobject [c-straat] 13 te [C] niet goed vergelijkbaar is omdat dat object is voorzien van een praktijkruimte, wat voor de koper een enorme waarde heeft;
- uit het taxatierapport blijkt dat de waarde van een garage nauwelijks afwijkt van die van een berging;
- met betrekking tot de voorzieningen in het taxatierapport ten onrechte wordt uitgegaan van een acht omdat er sprake is van een heel kleine badkamer met schuin dak, scheve (verzakte) verdiepingsvloeren, een bijzonder kleine toiletruimte, een zeer steile trap, een onpraktisch ingedeelde woonruimte en een tuin met hoogteverschil;
- de getaxeerde waarde met 5,3% moet worden verlaagd omdat taxatierapporten altijd boven de koopsom taxeren, waarbij wordt verwezen naar een onderzoek van De Nederlandse Bank;
- de Rechtbank ten onrechte niets heeft overwogen over zijn standpunt dat aan de uitspraken op bezwaar een motiveringsgebrek kleeft omdat hierin niet is ingegaan op zijn standpunt dat de waarde met 5,3% moet worden verlaagd. Dit heeft tot gevolg dat het griffierecht en de proceskosten moeten worden vergoed;
- de heffingsambtenaar blijkens de factor 6 voor ligging in de taxatiematrix er geen rekening mee heeft gehouden dat de woning is gelegen naast een kerk die voor de openbare eredienst in gebruik is;
- uit de Bodemkwaliteitskaart regio Rivierenland van 2019 blijkt dat de grond in het oude centrum van [Z] duidelijk zwaarder vervuild is (in zowel de boven- als in de ondergrond) dan de grond van de vergelijkingsobjecten in de plaatsen [B] en [C] ;
- het taxatierapport buiten beschouwing moet worden gelaten omdat de onroerende zaak op 4 juli 2019 is opgenomen en op 15 augustus 2019 de uitspraken op bezwaar zijn gedaan waarbij niet is vermeld dat uit de inpandige opname een hogere waarde is gebleken. In het taxatierapport is bewust een hogere waarde dan de beschikte waarde vermeld, zodat er ruimte is voor interne compensatie, aldus belanghebbende; en
- er onvoldoende rekening is gehouden met achterstallig onderhoud.