ECLI:NL:GHARL:2021:2891

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
26 maart 2021
Publicatiedatum
26 maart 2021
Zaaknummer
21-006624-19
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van verdachte in hoger beroep tegen vonnis politierechter

In deze zaak heeft de verdachte hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Nederland, uitgesproken op 19 december 2019. Het parketnummer van het vonnis is 18-190304-19. De verdachte, geboren in 1978, heeft zijn beroep ingesteld, maar heeft geen bezwaren geuit tegen het vonnis van de politierechter. Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft op 12 maart 2021 de zaak behandeld. Tijdens deze zitting heeft de advocaat-generaal een vordering ingediend om de verdachte niet-ontvankelijk te verklaren in het hoger beroep. Het hof heeft deze vordering in overweging genomen en vastgesteld dat er geen redenen zijn voor een inhoudelijke behandeling van de zaak. Het hof heeft besloten om de verdachte niet-ontvankelijk te verklaren in het hoger beroep, conform artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering. De uitspraak is gedaan op 26 maart 2021 door de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof, met mr. J. Dolfing als voorzitter en mr. M.B. de Wit en mr. G. Souer als raadsheren. De griffier, mr. J. Brink, was ook aanwezig bij de uitspraak. Het arrest is openbaar uitgesproken, maar mr. G. Souer was niet in staat om het arrest mede te ondertekenen.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-006624-19
Uitspraak d.d.: 26 maart 2021
VERSTEK
Arrestvan de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Leeuwarden, gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Nederland van 19 december 2019 met parketnummer 18-190304-19 in de strafzaak tegen

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1978,
wonende te [woonplaats] , [woonadres] .

Het hoger beroep

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 12 maart 2021.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot het niet-ontvankelijk verklaren van verdachte in het hoger beroep. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.

Ontvankelijkheid van het hoger beroep

Het hof ziet in deze zaak aanleiding toepassing te geven aan het bepaalde in artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, nu de verdachte geen bezwaren heeft opgegeven tegen het hierboven genoemde vonnis en het hof ook zelf geen redenen ziet die een inhoudelijke behandeling van de zaak noodzakelijk maken. Het hof zal de verdachte daarom niet-ontvankelijk verklaren in het door hem ingestelde hoger beroep.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep.
Aldus gewezen door
mr. J. Dolfing, voorzitter,
mr. M.B. de Wit en mr. G. Souer, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. J. Brink, griffier,
en op 26 maart 2021 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
mr. G. Souer is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.