In deze zaak heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 24 maart 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Nederland. De verdachte is veroordeeld voor bedreiging met een misdrijf tegen het leven gericht, gepleegd tegen twee verschillende personen. Het hof heeft de verdachte een gevangenisstraf van twee maanden opgelegd en de vordering tot tenuitvoerlegging van een eerdere gevangenisstraf van twee weken toegewezen. De zaak betreft bedreigingen die de verdachte via WhatsApp heeft geuit naar twee hulpverleners, waarbij hij hen dreigde met de dood. De politierechter had eerder een gevangenisstraf van drie maanden opgelegd, maar het hof heeft dit vonnis vernietigd en opnieuw recht gedaan. Het hof oordeelde dat de bedreigingen door de verdachte zodanig waren dat bij de slachtoffers een redelijke vrees kon ontstaan voor hun leven. De verdachte heeft in zijn verweer aangevoerd dat zijn uitlatingen voortkwamen uit wanhoop en frustratie, maar het hof heeft deze argumenten verworpen. De opgelegde straf en maatregelen zijn in overeenstemming met de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan. Het hof heeft ook contactverboden opgelegd voor een periode van één jaar, ter bescherming van de slachtoffers.