AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd
Hoger beroep tegen vrijspraak van mishandeling met gedeeltelijke toewijzing van schadevergoeding
In deze zaak heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 22 maart 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Nederland. De verdachte was eerder vrijgesproken van mishandeling, maar de officier van justitie heeft hoger beroep ingesteld. Het hof heeft de zaak opnieuw beoordeeld na een zitting op 8 maart 2021. De verdachte werd beschuldigd van het mishandelen van de benadeelde partij op 8 of 9 december 2018. De benadeelde partij heeft verklaard dat de verdachte haar in het gezicht heeft geslagen, aan haar haren heeft getrokken en haar keel heeft dichtgeknepen. Het hof heeft de verklaringen van de benadeelde partij en getuigen als betrouwbaar beoordeeld en heeft geoordeeld dat er voldoende bewijs is voor de mishandeling. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte veroordeeld tot een taakstraf van 60 uren, subsidiair 30 dagen hechtenis. Daarnaast is de vordering van de benadeelde partij gedeeltelijk toegewezen, met een schadevergoeding van € 500 voor immateriële schade, vermeerderd met wettelijke rente. De verdachte is ook veroordeeld in de proceskosten van de benadeelde partij.
Voetnoten
1.Voor zover niet anders vermeld, wordt in de hierna volgende voetnoten telkens verwezen naar bewijsmiddelen die zich in het aan deze zaak ten grondslag liggende dossier, dossiernummer PL0100-2019025864, bevinden, volgens de in dat dossier toegepaste nummering, gesloten en getekend op 23 juli 2019 door [verbalisant] , hoofdagent van de politie Eenheid Noord-Nederland. Tenzij anders vermeld, gaat het daarbij om processen-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Geneeskundige verklaring, consulterend arts [naam1] , d.d. 9 december 2018, pagina 31-33.
3.Aangifte [benadeelde partij] , d.d. 30 januari 2019, pagina 8 e.v.
4.Getuige verhoor [getuige] (moeder van aangeefster), d.d. 11 april 2019, pagina 32-33.
5.Bevindingen, verbalisant [verbalisant] , d.d. 1 juni 2019, pagina 36-37, voor zover inhoudende de verklaring van