In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 16 maart 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep over de machtiging tot uithuisplaatsing van de kinderen van de moeder. De moeder, die in hoger beroep is gegaan, verzoekt om de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing voor de duur van zes maanden en om de benoeming van een deskundige. De kinderen staan sinds 2017 onder toezicht en zijn uit huis geplaatst vanwege verwaarlozing. De moeder heeft een belaste voorgeschiedenis en is emotioneel niet beschikbaar voor de kinderen, wat leidt tot onrust en onzekerheid bij hen. Het hof oordeelt dat het belang van de kinderen bij stabiliteit en duidelijkheid zwaarder weegt dan het verzoek van de moeder om nader onderzoek. Het hof bekrachtigt de beschikking van de kinderrechter, die de ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing heeft verlengd tot 24 juli 2021. De moeder heeft onvoldoende aangetoond dat de benoeming van een deskundige in het belang van de kinderen zou zijn. Het hof concludeert dat de huidige situatie in het pleeggezin het beste is voor de kinderen, gezien de problematiek van de moeder en de gevolgen daarvan voor de kinderen.