Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoek hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 16 maart 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep inzake de beëindiging van het gezag van de ouders over twee minderjarige kinderen, geboren in 2007 en 2009. De vader had in hoger beroep verzocht om hem met uitsluiting van de moeder met het gezag over de kinderen te belasten, maar dit verzoek werd afgewezen. De rechtbank Gelderland had eerder op 5 augustus 2020 besloten het gezag van de ouders te beëindigen en de tante en grootmoeder van de kinderen tot voogden te benoemen. Het hof heeft de beslissing van de rechtbank bekrachtigd, waarbij het belang van de kinderen voorop stond. De kinderen groeiden sinds 2014 grotendeels op bij de grootmoeder en de tante, en de vader was niet actief betrokken bij hun opvoeding. Het hof oordeelde dat de continuïteit van de opvoedingssituatie van de kinderen zwaarder weegt dan het recht van de vader om met het gezag belast te blijven. De vader had weliswaar het gevoel dat hij aan de kant werd geschoven, maar het hof benadrukte dat de beëindiging van het gezag niet betekent dat hij geen rol meer in het leven van de kinderen zal hebben. De vader behoudt zijn recht op omgang en informatie over de ontwikkeling van de kinderen. Het hof heeft de proceskosten tussen partijen gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.