Uitspraak
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Het vonnis waarvan beroep
De tenlastelegging
hij in of omstreeks de periode van 20 december 2017 tot en met 20 maart 2018, in de gemeente [gemeente] , meermalen, althans eenmaal, (telkens) opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad (in een pand aan de [woonadres] ) een hoeveelheid van (in totaal) ongeveer 254, althans een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
hij in of omstreeks de periode van 20 december 2017 tot en met 20 maart 2018, in de gemeente [gemeente] , hoeveelheden en/of een hoeveelheid stroom, in elk geval enig goed, die/dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [naam] N.V., heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen.
Bewezenverklaring
hij in de periode van 20 december 2017 tot en met 20 maart 2018, in de gemeente [gemeente] , meermalen, opzettelijk heeft geteeld in een pand aan de [woonadres] , een hoeveelheid van in totaal 254 aantal hennepplanten zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II;
hij in de periode van 20 december 2017 tot en met 20 maart 2018, in de gemeente [gemeente] , een hoeveelheid stroom die geheel aan een ander toebehoorde, te weten aan [naam] N.V., heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
diefstal.
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf en/of maatregel
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
taakstrafvoor de duur van
170 (honderdzeventig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
85 (vijfentachtig) dagen hechtenis.
60 (zestig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
30 (dertig) dagenhechtenis, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.