Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.[appellant] ,
[appellante],
[appellanten] c.s.,
De Berkenhof,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden werd behandeld, gaat het om een geschil tussen twee partijen over een strook grond die zich voor de poort van de appellanten bevindt. De appellanten, die in eerste aanleg als eisers optraden, hebben in hoger beroep hun recht op deze strook grond geclaimd op basis van verkrijgende verjaring. Het hof heeft in een eerder tussenarrest van 9 juni 2020 geoordeeld dat er geen sprake was van bezit van de groenstrook na de poort door de appellanten, wat hen de mogelijkheid bood om bewijs te leveren voor hun claim op de groenstrook voor de poort.
De appellanten hebben getuigen gehoord en bewijsstukken overgelegd, waaruit bleek dat zij het hek van 2 meter hoog vóór 22 november 2007 hebben geplaatst. Het hof concludeert dat de appellanten, door het plaatsen van dit hek, zich het bezit van de groenstrook voor de poort hebben verschaft. Aangezien zij te goeder trouw waren en deze situatie meer dan tien jaar heeft geduurd, zijn zij door verjaring eigenaar geworden van dit deel van de groenstrook. Het hof vernietigt het eerdere vonnis van de kantonrechter op dit punt en kent de gevorderde verklaring voor recht toe aan de appellanten.
Ten aanzien van de groenstrook na de poort blijft de bindende eindbeslissing van het hof staan, omdat de appellanten niet hebben kunnen aantonen dat zij daar bezit hebben uitgeoefend. De proceskosten worden gecompenseerd, aangezien beide partijen deels in het ongelijk zijn gesteld. Het arrest is uitgesproken op 12 januari 2021.