Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in hoger beroep,
stichting Jeugdbescherming Gelderland,
1.Het verloop van het geding in hoger beroep
2.De omvang van het geschil
3.De motivering van de beslissing
De moeder vindt dat er met de gezagsbeëindiging een stap is overgeslagen doordat er, naar haar mening, nooit gedegen onderzoek is gedaan naar de mogelijkheid of [de minderjarige] weer bij haar thuis kan wonen. Het hof is van oordeel dat er geen (onderzoeks)stap is overgeslagen en dat op grond van alle informatie die er nu ligt de conclusie getrokken dient te worden dat de ouders niet in staat zijn om de verantwoordelijkheid voor de verzorging en opvoeding van [de minderjarige] te dragen. [de minderjarige] woont nu al vier jaar niet meer bij haar ouders en woont al drie jaar bij de pleegouders. De aanvaardbare termijn is hiermee verstreken. Het is voor de verdere ontwikkeling van [de minderjarige] van belang dat voor haar duidelijk is waar zij de rest van haar jeugd zal verblijven en bij wie zij zal opgroeien en wie de beslissingen over haar neemt.
Net als de rechtbank vindt het hof het belangrijk om te benoemen dat de moeder altijd de moeder van [de minderjarige] zal blijven en dat het in het belang van [de minderjarige] en de moeder is dat het goede contact dat er tussen hen is gehandhaafd blijft.