In deze zaak, die is behandeld door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, betreft het een beschikking na verwijzing door de Hoge Raad inzake partneralimentatie. De man, verzoeker in hoger beroep, en de vrouw, verweerster in hoger beroep, zijn in een echtscheidingsprocedure verwikkeld. De Hoge Raad heeft eerder de beschikking van het gerechtshof 's-Hertogenbosch vernietigd en de zaak verwezen naar het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden voor verdere behandeling. De rechtbank Limburg had bepaald dat de man € 2.535,- per maand aan de vrouw moest betalen, maar het hof heeft deze beslissing herzien. Het hof heeft vastgesteld dat de vrouw behoeftig is en dat de man in staat is om een lagere bijdrage te betalen. De deskundige heeft onderzoek gedaan naar het inkomen van de man en de mogelijkheden voor dividenduitkeringen uit zijn onderneming. Het hof heeft de alimentatieverplichting van de man vastgesteld op € 1.685,- per maand, met ingang van 1 mei 2019. De beslissing is genomen met inachtneming van de nieuwe omstandigheden die zich hebben voorgedaan sinds de eerdere uitspraken. De proceskosten in hoger beroep zijn gecompenseerd, en de beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.