Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verweerster in hoger beroep,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De feiten
De moeder is alleen belast met het gezag over de kinderen.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 23 februari 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep over de uithuisplaatsing van drie minderjarigen, [de minderjarige1], [de minderjarige2] en [de minderjarige4]. De Raad voor de Kinderbescherming had verzocht om een machtiging tot uithuisplaatsing, maar de kinderrechter in de rechtbank Gelderland had dit verzoek afgewezen. De Raad is in hoger beroep gegaan tegen deze beslissing. Het hof heeft vastgesteld dat de moeder, de gecertificeerde instelling (GI) en de Raad het eens zijn over de noodzaak van de uithuisplaatsing van de minderjarigen. Het hof heeft daarbij artikel 1:265a BW in overweging genomen, waarin staat dat een minderjarige die onder toezicht is gesteld, alleen met een machtiging tot uithuisplaatsing uit huis kan worden geplaatst. Het hof concludeert dat de wet en de wetsgeschiedenis geen ruimte laten voor een vrijwillige uithuisplaatsing van een onder toezicht gestelde minderjarige. Het hof heeft de bestreden beschikking vernietigd en vastgesteld dat de verzoeken tot machtiging tot uithuisplaatsing toegewezen hadden moeten worden. De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige toetsing van uithuisplaatsingen en de bescherming van het gezinsleven.