Hij in of omstreeks de periode van 1 mei 2009 tot 14 oktober 2015 in de gemeente [gemeente] , in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander, althans alleen, in strijd met een haar/hem/hen bij of krachtens wettelijk voorschrift opgelegde verplichting, te weten artikel 17 van de Wet Werk en Bijstand (WWB) en/of de Participatiewet (PW), opzettelijk heeft nagelaten tijdig de benodigde gegevens te verstrekken, en dit feit kon strekken tot bevoordeling van zichzelf of een ander, terwijl verdachte en/of zijn medeverdachte [medeverdachte] wist(en), althans redelijkerwijze moest(en) vermoeden dat die gegevens van belang waren voor de vaststelling van verdachtes of eens anders recht op een verstrekking of tegemoetkoming, te weten verdachtes en/of zijn medeverdachtes uitkering op grond van de WWB en/of PW, dan wel voor de hoogte of de duur van die verstrekking of tegemoetkoming, immers heeft verdachte tezamen en in vereniging met zijn medeverdachte [medeverdachte] , althans alleen, opzettelijk niet onverwijld en/of uit eigen beweging de Intergemeentelijke Sociale Dienst Aa-en-Hunze, Assen en Tynaarlo, althans de uitkeringverstrekkende gemeente, er tijdig en/of volledig van op de hoogte te stellen dat
verdachte met die [medeverdachte] een gezamenlijke huishouding voerde, als bedoeld in de zin van de WWB en/of PW, althans dat verdachte zijn hoofdverblijf had in de woning van die [medeverdachte] ,
en/of dat verdachte en/of die [medeverdachte] een of meer schenking(en) had(den) genoten,
en/of dat verdachte werkzaamheden had verricht (met betrekking tot hennepteelt en/of de handel in aan/voor hennepteelt gerelateerde/bestemde goederen)
en/of inkomsten had genoten,
en/of (tevens) dat verdachte in de periode van 1 november 2009 tot 20 november 2010 (ten tijde van verdachtes eigen WWB-uitkering) feitelijk niet woonde of verbleef op het toen door verdachte opgegeven adres [adres1] te [plaats1] , maar elders verbleef;
en/of, dat hij in of omstreeks de periode van 1 mei 2009 tot 14 oktober 2015 in de gemeente [gemeente] , in elk geval in Nederland,
(telkens) opzettelijk gebruik heeft gemaakt van de woning [adres2] te [plaats2] en/of de in die woning aanwezige voorzieningen, te weten gas, licht en/of water, en/of opzettelijk eet- en/of drinkwaren heeft genuttigd,
wetende dat die voorziening(en) en/of eet- en/of drinkwaren geheel of gedeeltelijk werd(en) betaald van een uitkering krachtens de Wet Werk en Bijstand en/of de Participatiewet, welke door [medeverdachte] , die op dat adres woonde en met wie verdachte op bovengenoemd adres samenwoonde, althans waar verdachte zijn hoofdverblijf had, door opzettelijke verzwijging van benodigde/verplichte informatie aan de betrokken (inter)gemeentelijke sociale dienst (als bedoeld in artikel 227b Wetboek van Strafrecht), in elk geval door enig misdrijf was verkregen,