In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 18 februari 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep over de wijziging van kinderalimentatie. De man, verzoeker in hoger beroep, had verzocht om nihilstelling van de kinderalimentatie die hij aan de vrouw, verweerster in hoger beroep, diende te betalen voor hun twee kinderen. De man stelde dat er sprake was van een relevante wijziging van omstandigheden, namelijk een inkomensverlies door het beëindigen van zijn tijdelijke contract. De rechtbank Gelderland had eerder bepaald dat de man € 261,66 per kind per maand moest betalen. Het hof oordeelde dat de man inderdaad een lager inkomen had en dat dit een relevante wijziging van omstandigheden was. Het hof heeft vastgesteld dat de man, gezien zijn huidige financiële situatie en schuldenlast, een minimale draagkracht had van € 25,- per kind per maand. De man was in een schuldhulpverleningstraject verwikkeld, wat invloed had op zijn betalingscapaciteit. Het hof heeft de bestreden beschikking van de rechtbank vernietigd en de kinderalimentatie vastgesteld op € 25,- per kind per maand, met de bepaling dat deze op nihil moet worden gesteld zodra de man wordt toegelaten tot het schuldhulpverleningstraject. De ingangsdatum van de wijziging is vastgesteld op 1 maart 2020, en de vrouw hoeft geen terugbetaling te doen van eventuele te veel ontvangen alimentatie.