Uitspraak
1.[appellant] ,
[appellanten] c.s.,
[geïntimeerde],
1.Het verdere verloop van geding in hoger beroep
2.Waar gaat deze zaak over?
3.De feiten
het recht van eigendom met betrekking tot een bungalow met ondergrond, erf, tuin en verder toebehoren, gelegen te [A] , [a-straat1] , kadastraal bekend gemeente [B] , sectie A, nummers 5914 en 5913, respectievelijk ter grootte van eenentwintig are en vijfennegentig centiare (21 a 95 ca) en vijfentachtig centiare (85 ca)."
5. Koper is voornemens het verkochtete gebruiken als woonruimte"
GEBRUIK
Ik heb dit verder uitgezocht en ben ook inderdaad tot de conclusie gekomen dat er geen sprake is van een vergunde woning, maar dat hier sprake is van een bijgebouw bij de woning van de familie [appellanten] .
Bewoning
Weigering
4.De beoordeling
b. indien de wederpartij in verband met hetgeen zij omtrent de dwaling wist of behoorde te weten, de dwalende had behoren in te lichten;
op een dwaling die (…) in verband met de aard van de overeenkomst, de in het verkeer geldende opvattingen of de omstandigheden van het geval voor rekening van de dwalende behoort te blijven."
een constructie kan vinden om samen zomer huis en grond te kopen". Dat verweer is echter niet te rijmen met de bij de behandeling in hoger beroep uitdrukkelijk gedane mededeling dat [appellanten] c.s. wisten waarvoor [geïntimeerde] het huis wilde gebruiken: bewoning. Het is ook niet te rijmen met de tijdens de comparitie van partijen in eerste aanleg door [appellant] gedane mededeling dat [geïntimeerde] hem gevraagd heeft of zij in het huis mocht wonen. Aan dit verweer wordt daarom voorbij gegaan.
5.Slotsom
6.De beslissing
5.3 veroordeelt [appellanten] c.s. tot betaling aan [geïntimeerde] van een bedrag van € 220,49 per