ECLI:NL:GHARL:2021:1438
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- R. Prakke-Nieuwenhuizen
- A. Smeeing-van Hees
- M.L. van der Bel
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake kinder- en partneralimentatie, gezag en verdeling van de huwelijksgemeenschap na echtscheiding
In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door de man tegen de beschikkingen van de rechtbank Overijssel, waarin onder andere de echtscheiding, de hoofdverblijfplaats van de minderjarige kinderen, en de alimentatie zijn vastgesteld. De man en vrouw zijn in 1999 gehuwd en hebben twee minderjarige kinderen. De vrouw heeft op 18 april 2019 een verzoek tot echtscheiding ingediend. De rechtbank heeft in voorlopige voorzieningen bepaald dat de kinderen bij de vrouw verblijven en heeft alimentatiebedragen vastgesteld. De man heeft in hoger beroep negen grieven ingediend, onder andere met betrekking tot de zorgregeling, de hoogte van de alimentatie en de verdeling van de huwelijksgemeenschap. De vrouw heeft incidenteel hoger beroep ingesteld en verzoekt onder andere om een eenhoofdig gezag over de kinderen en een bijdrage in haar levensonderhoud. Het hof heeft de ontvankelijkheid van de man in zijn hoger beroep bevestigd, ondanks de stelling van de vrouw dat het beroepschrift te laat was ingediend. Het hof heeft de verzoeken van de man en vrouw besproken en heeft de beschikking van de rechtbank voor een deel bekrachtigd en voor een deel vernietigd. De alimentatie voor de kinderen is vastgesteld op € 267,- per kind per maand, en de man is verplicht om verschillende bedragen aan de vrouw te voldoen in verband met de verdeling van de huwelijksgemeenschap, waaronder schulden bij de belastingdienst en bedragen gerelateerd aan de Audi A6 en belastingteruggave. De beslissing van het hof is uitvoerbaar bij voorraad.