Uitspraak
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Het vonnis waarvan beroep
De tenlastelegging
hij in of omstreeks de periode 1 mei 2018 tot en met 29 mei 2018, te [plaats] (gemeente [gemeente] ), in ieder geval in Nederland, als houder van dieren, aan een aantal van die dieren de nodige verzorging heeft onthouden, immers is op 29 mei 2018 geconstateerd:
hij op of omstreeks 20 mei 2018, te [plaats] (gemeente [gemeente] ), in ieder geval in Nederland, al dan niet opzettelijk, als houder van dieren, niet onmiddellijk op een passende wijze een ziek of gewond lijkend dier heeft verzorgd, immers heeft hij een schaap dat ernstig kreupel liep niet verzorgd, zulks terwijl voornoemde overtreding plaatsvond in de uitoefening van een bedrijf waar dieren van krachtens artikel 2.3 tweede lid, van de Wet dieren aangewezen soorten of categorieën worden gehouden;
hij te [plaats] (gemeente [gemeente] ), in ieder geval in Nederland, als houder van dierlijke bijproducten, te weten vijf, althans één of meer kadavers en/of delen daarvan, al dan niet opzettelijk, niet zo spoedig mogelijk na het ontstaan daarvan, te weten binnen drie dagen waarvan één werkdag, aangifte heeft gedaan bij de ondernemer, te weten [naam] B.V., immers was die aangifte op 28 mei 2018 nog niet gedaan terwijl de bovenstaande kadavers toen ouder waren dan drie dagen.
Bewezenverklaring
hij in de periode 1 mei 2018 tot en met 29 mei 2018, te [plaats] (gemeente [gemeente] ), als houder van dieren, aan een aantal van die dieren de nodige verzorging heeft onthouden, immers is op 29 mei 2018 geconstateerd:
hij op 20 mei 2018, te [plaats] (gemeente [gemeente] ), als houder van dieren, niet onmiddellijk op een passende wijze een ziek of gewond lijkend dier heeft verzorgd, immers heeft hij een schaap dat ernstig kreupel liep niet verzorgd;
hij te [plaats] (gemeente [gemeente] ), als houder van dierlijke bijproducten, te weten vijf kadavers of delen daarvan, niet zo spoedig mogelijk na het ontstaan daarvan, te weten binnen drie dagen waarvan één werkdag, aangifte heeft gedaan bij de ondernemer, te weten [naam] B.V., immers was die aangifte op 28 mei 2018 nog niet gedaan terwijl de bovenstaande kadavers toen ouder waren dan drie dagen.
Strafbaarheid van het onder 1 en 2 bewezenverklaarde
commune misdrijfvan:
commune overtredingvan:
Strafbaarheid van het onder 3 bewezenverklaarde
krachtensartikel 3.4 van de Wet dieren, in samenhang met artikel 6,2, eerste lid, van genoemde wet, te weten artikel 3.22, eerste lid, van de Regeling dierlijke producten.
aangewezendierlijke bijproducten doet zo spoedig mogelijk na het ontstaan daarvan aangifte bij de ondernemer, maar uiterlijk op de eerste werkdag, volgend op de dag waarop die bijproducten zijn ontstaan”.
"aangewezen", zoals artikel 3.22, eerste lid, van genoemde Regeling eist en zoals hiervoor vermeld, ontbreekt.
Strafbaarheid van de verdachte ter zake van het onder 1 en 2 bewezenverklaarde
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
nietstrafbaar en ontslaat de verdachte te dier zake van alle rechtsvervolging.
Ten aanzien van het onder 1 bewezenverklaarde:
geldboetevan
€ 300,00 (driehonderd euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
6 (zes) dagen hechtenis.
Ten aanzien van het onder 2 bewezenverklaarde:
geldboetevan
€ 150,00 (honderdvijftig euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
3 (drie) dagen hechtenis.