Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.De procedure in eerste aanleg
2.De procedure in hoger beroep
- de brieven met bijlage(n) van 29 januari 2021 en 2 februari 2021 van mr. Van Ham;
- de brief met bijlagen van 4 februari 2021 van de curator en zijn (kort voor aanvang van
de mondelinge behandeling toegezonden) salarisvoorstel met onderliggende stukken.
Tot slot is ook de curator via een Skype-verbinding gehoord.
3.3. De motivering van de beslissing in hoger beroep
Een faillietverklaring kan worden uitgesproken indien summierlijk is gebleken van een ten tijde van de faillietverklaring bestaand vorderingsrecht van de aanvrager en ook van het (op dat moment) bestaan van feiten en omstandigheden waaruit volgt dat de schuldenaar verkeert in de toestand van te hebben opgehouden te betalen.
Dat de schuldenaar meer schuldeisers heeft is een noodzakelijke, maar niet een voldoende voorwaarde voor het aannemen van de hiervoor bedoelde toestand (het pluraliteitsvereiste). Ook als aan het pluraliteitsvereiste is voldaan, moet worden onderzocht of de schuldenaar in de toestand verkeert dat hij heeft opgehouden te betalen.
door [verweerder] gemotiveerd betwiste beroep het volgende ten grondslag gelegd:
(i.) door het uitgesproken faillissement is hij slechter af dan wanneer er geen faillissement zou zijn uitgesproken, omdat door het faillissement kosten aan de curator ontstaan en (door het vervallen van automatische incasso’s) achterstanden in de betaling van zijn vaste lasten aan nutsbedrijven en de verhuurder,
(ii.) [verweerder] heeft geen belang bij het faillissement, omdat hij een voor executie vatbaar vonnis heeft en dat faillissement op korte termijn wegens de toestand van de boedel zal worden opgeheven, zoals [verweerder] weet.
De deurwaarder had via inzage in Suwinet kunnen zien dat hij van een PW-uitkering moet rondkomen. Gelet op de laatste sommatie tot betaling van [verweerder] uit 2018, had (de deurwaarder van) [verweerder] bij hem kunnen volstaan met het opvragen van de voor de berekening van de beslagvrije voet benodigde gegevens. Dat is echter niet gebeurd.
Ook al heeft [appellant] een PW-uitkering, dan nog valt niet uit te sluiten dat hij over meer inkomstenbronnen en/of vermogen beschikt of zou kunnen beschikken dan een deurwaarder kan achterhalen. Het is aan de faillissementscurator, die in een faillissement bijzondere bevoegdheden heeft (bijvoorbeeld de postblokkade), om dat grondig te onderzoeken.
4.4. De beslissing
5 januari 2021.
15 februari 2021 in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier.