ECLI:NL:GHARL:2021:1401

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
16 februari 2021
Publicatiedatum
15 februari 2021
Zaaknummer
21-004901-17
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in hoger beroep voor verdachte in hennepteelt en diefstal van elektriciteit

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 16 februari 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Midden-Nederland. De verdachte was eerder veroordeeld voor het telen van hennep en diefstal van elektriciteit. Het hof heeft het hoger beroep behandeld naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 2 februari 2021. De advocaat-generaal had vrijspraak gevorderd, en het hof heeft deze vordering gevolgd. Het hof heeft vastgesteld dat er onvoldoende wettige bewijsmiddelen waren om de verdachte te veroordelen voor de tenlastegelegde feiten. De verdachte was beschuldigd van het opzettelijk telen van hennepplanten en het stelen van elektriciteit, maar het hof kwam tot de conclusie dat de bewijsvoering niet overtuigend was. Daarom heeft het hof het vonnis van de rechtbank vernietigd en de verdachte vrijgesproken van alle tenlastegelegde feiten. De uitspraak benadrukt het belang van voldoende bewijs in strafzaken en de rol van de rechter in het waarborgen van een eerlijk proces.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-004901-17
Uitspraak d.d.: 16 februari 2021
TEGENSPRAAK
Arrestvan de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Leeuwarden, gewezen op het hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Midden-Nederland van 29 augustus 2017 met parketnummer 16-660166-16 in de strafzaak tegen

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1995,
wonende te [woonplaats] , [woonadres] .

Het hoger beroep

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 2 februari 2021 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot vrijspraak van de tenlastegelegde feiten. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.
Het hof heeft voorts kennisgenomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsman, mr. V.C. van der Velde, naar voren is gebracht.

Het vonnis waarvan beroep

De rechtbank heeft verdachte ter zake van de onder 1 primair en 2 primair tenlastegelegde feiten veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van 120 uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door 60 dagen hechtenis, met aftrek van voorarrest.
Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen omdat het tot een andere bewijsbeslissing komt en daarom opnieuw rechtdoen.

De tenlastelegging

Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
1. primair
hij in of omstreeks de periode juni 2015 tot en met 2 december 2015 te [plaats] tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad (in een pand aan [adres] ) een hoeveelheid van (in totaal) ongeveer 177 hennepplanten, althans een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet;
1. subsidiair
een of meer onbekend gebleven personen in of omstreeks de periode juni 2015 tot en met 2 december 2015 te [plaats] met elkaar, althans één van hen, opzettelijk heeft/hebben geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft/hebben gehad (in een pand aan [adres] ) een hoeveelheid van (in totaal) ongeveer 177 hennepplanten, althans een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval (telkens) een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, tot en/of bij het plegen van welk(e) misdrijf/misdrijven verdachte in of omstreeks de periode juni 2015 tot en met 2 december 2015 te [plaats] , in elk geval in Nederland, opzettelijk gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest, door aan die onbekend gebleven persoon/personen voornoemd pand voor de teelt/het kweken van hennepplanten ter beschikking te stellen;
2. primair
hij in of omstreeks de periode mei 2015 tot en met 2 december 2015 te [plaats] , in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een grote hoeveelheid stroom/elektriciteit (van ongeveer 46.788 kWh), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [naam] N.V. in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) die/dat weg te nemen stroom/elektriciteit onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking;
2. subsidiair
een of meer onbekend gebleven personen in omstreeks de periode mei 2015 tot en met 2 december 2015 te [plaats] tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een grote hoeveelheid stroom/elektriciteit (van ongeveer 46.788 kWh), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [naam] N.V. in elk geval aan een ander of anderen dan aan die onbekend gebleven perso(o)n(en) en / of verdachte en / of haar medeverdachte, tot het plegen van welk misdrijf verdachte in of omstreeks de periode mei 2015 tot en met december 2015 te [plaats] , en / of elders in Nederland opzettelijk gelegenheid, middelen en / of inlichtingen heeft verschaft door aan die onbekend gebleven perso(o)n(en) het pand / de woning aan de [adres] , met daarin een elektriciteitsinstallatie, voor die diefstal van die stroom/elektriciteit ter beschikking te stellen.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Vrijspraak

Met de advocaat-generaal en de verdediging heeft het hof uit het onderzoek ter terechtzitting niet door de inhoud van wettige bewijsmiddelen de overtuiging bekomen dat verdachte het onder 1 primair, 1 subsidiair, 2 primair en 2 subsidiair tenlastegelegde heeft begaan, zodat verdachte daarvan behoort te worden vrijgesproken.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 1 primair, 1 subsidiair, 2 primair en 2 subsidiair tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Aldus gewezen door
mr M.B. de Wit, voorzitter,
mr. J. Hielkema en mr. E. Pennink, raadsheren,
in tegenwoordigheid van C.A.M. Veenbaas, griffier,
en op 16 februari 2021 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
Mr. Pennink is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.