ECLI:NL:GHARL:2021:1398

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
16 februari 2021
Publicatiedatum
15 februari 2021
Zaaknummer
21-002294-12
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in hoger beroep na eerdere veroordeling voor geweldsmisdrijven en wapenbezit

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 16 februari 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Zwolle-Lelystad van 4 oktober 2012. De verdachte, geboren in 1974 en zonder bekende woon- of verblijfplaats, was eerder veroordeeld voor verschillende geweldsmisdrijven en wapenbezit. Het hof heeft het hoger beroep behandeld na een zitting op 2 februari 2021, waarbij de advocaat-generaal vrijspraak heeft gevorderd voor alle ten laste gelegde feiten. De verdachte was beschuldigd van onder andere het opzettelijk bedreigen van personen met een vuurwapen en het plegen van geweld in vereniging. Het hof heeft vastgesteld dat er onvoldoende wettig bewijs was om de verdachte schuldig te verklaren voor de ten laste gelegde feiten. De eerdere veroordeling is vernietigd en de verdachte is vrijgesproken van alle beschuldigingen. Tevens zijn de benadeelde partijen niet-ontvankelijk verklaard in hun vorderingen tot schadevergoeding, omdat de verdachte niet schuldig is bevonden aan de feiten die de schade zouden hebben veroorzaakt. De kosten zijn voor beide partijen.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 24-002294-12
Uitspraak d.d.: 16 februari 2021
TEGENSPRAAK

Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken

gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Zwolle-Lelystad van 4 oktober 2012 met parketnummer 07-662676-11 in de strafzaak tegen

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1974,
zonder bekende woon- of verblijfplaats hier te lande.

Het hoger beroep

De verdachte en de officier van justitie hebben tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 2 februari 2021 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzittingen in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot vrijspraak van het ten laste gelegde en het niet-ontvankelijk verklaren van de benadeelde partijen in hun vorderingen tot schadevergoeding. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.
Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen namens verdachte door zijn raadsman,
mr. S. Ben Tarraf, naar voren is gebracht.

Het vonnis waarvan beroep

Verdachte is bij vonnis van de rechtbank Zwolle-Lelystad van 4 oktober 2012 vrijgesproken van het onder 4 en 5 ten laste gelegde. Verdachte is ter zake van het onder 1 primair, 2 en 3 ten laste gelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes jaren, met aftrek van het voorarrest. Verder zijn de benadeelde partijen niet-ontvankelijk verklaard in hun vorderingen tot schadevergoeding.
Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen omdat het tot een andere bewijsbeslissing komt en daarom opnieuw rechtdoen.
De tenlastelegging
Aan verdachte is – na een nadere omschrijving van de tenlastelegging ter terechtzitting in eerste aanleg – ten laste gelegd dat:
1. primair
hij op of omstreeks 21 augustus 2011 in de gemeente [gemeente1] ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk en al dan niet met voorbedachten rade [benadeelde partij1] en/of [benadeelde partij2] en/of [benadeelde partij1] en/of [benadeelde partij3] (zijnde de aanwezige(n) in de woning aan de [adres1] ) en/of één of meer bewoner(s) van de woning aan de [adres2] van het leven te beroven, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met dat opzet en al dan niet na kalm beraad en rustig overleg, meerdere malen, in ieder geval éénmaal met (een) vuurwapen(s)
- met (een) vuurwapen(s) op die woning(en) heeft/hebben geschoten en/of
- ( daarbij) door de/het keukenra(a)m(en) van die woning(en) heeft/hebben geschoten,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
1.
subsidiair
hij op of omstreeks 21 augustus 2011 te [plaats] tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, [benadeelde partij1] en/of [benadeelde partij2] en/of [benadeelde partij1] en/of [benadeelde partij3] (zijnde de aanwezige(n) in de woning aan de [adres1] ) en/of één of meer bewoner(s) van de woning aan de [adres2] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) opzettelijk dreigend hard op/tegen de deur van de [adres1] geschopt/gebonkt en/of (vervolgens) meerdere malen, in ieder geval éénmaal met (een) vuurwapen(s) op die woning en/of de woning aan de [adres2] geschoten en/of (daarbij) door de/het (keuken)ra(a)m(en) van die woning(en) geschoten;
2.
hij op of omstreeks 21 augustus 2011 te [plaats] met een ander of anderen, op of aan de openbare weg, te weten de [adres1] , in elk geval op of aan een openbare weg, openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen personen, te weten, [benadeelde partij1] en/of [benadeelde partij2] en/of [benadeelde partij1] en/of [benadeelde partij3] (zijnde de aanwezige(n) in de woning aan de [adres1] ) en/of één of meer bewoner(s) van de woning aan de [adres2] , en/of goederen, te weten, de woningen aan de [adres2] en 7, welk geweld bestond uit meerdere malen, in ieder geval éénmaal met (een) vuurwapen(s) op die woning(en) schieten en/of (daarbij) door de/het (keuken)ra(a)m(en) van die woning(en) schieten;
3.
hij op of omstreeks 21 augustus 2011 in de gemeente [gemeente1] tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (een) wapen(s) van categorie II en/of III en/of bijbehorende munitie, voorhanden heeft gehad;
4.
hij op of omstreeks 16 november 2011 in de gemeente [gemeente2] tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een wapen van categorie III, te weten een pistool (merk Glock, type 26, kaliber 9x19 mm), en/of (bijbehorende) munitie van categorie III, te weten meerdere kogelpatronen (kaliber 9x19mm), voorhanden heeft gehad;
5.
hij op of omstreeks 16 november 2011 in de gemeente [gemeente2] tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk heeft vervoerd, in ieder geval aanwezig heeft gehad ongeveer 715 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Vrijspraak

Door de raadsman is namens de verdachte ten aanzien van alle vijf ten laste gelegde feiten vrijspraak bepleit.
Ook de advocaat-generaal heeft tot algehele vrijspraak gerekwireerd.
Het hof heeft - gelet op de standpunten en de verklaringen zoals afgelegd in hoger beroep - uit het onderzoek ter terechtzitting niet door de inhoud van wettige bewijsmiddelen de overtuiging bekomen dat verdachte het onder 1 primair, 1 subsidiair, 2, 3, 4 en 5 tenlastegelegde heeft begaan, zodat verdachte daarvan behoort te worden vrijgesproken.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij4]

De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep niet-ontvankelijk verklaard. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van haar oorspronkelijke vordering.
De verdachte wordt niet schuldig verklaard ter zake van het tenlastegelegde handelen waardoor de gestelde schade zou zijn veroorzaakt. De benadeelde partij kan daarom in haar vordering niet worden ontvangen.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij1]

De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep niet-ontvankelijk verklaard. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van zijn oorspronkelijke vordering.
De verdachte wordt niet schuldig verklaard ter zake van het tenlastegelegde handelen waardoor de gestelde schade zou zijn veroorzaakt. De benadeelde partij kan daarom in zijn vordering niet worden ontvangen.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 1 primair, 1 subsidiair, 2, 3, 4 en 5 tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij4]

Verklaart de benadeelde partij [benadeelde partij4] niet-ontvankelijk in de vordering tot schadevergoeding.
Bepaalt dat de benadeelde partij en de verdachte ieder hun eigen kosten dragen.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij1]

Verklaart de benadeelde partij [benadeelde partij1] niet-ontvankelijk in de vordering tot schadevergoeding.
Bepaalt dat de benadeelde partij en de verdachte ieder hun eigen kosten dragen.
Aldus gewezen door
mr. W. Foppen, voorzitter,
mr. F. van der Maden en mr. M. van der Horst, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. J. Brink, griffier,
en op 16 februari 2021 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
Mr. Van der Horst is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.