Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 11 februari 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep over de vervangende toestemming tot erkenning van een kind door de verwekker. De moeder, die op dat moment zeventien jaar oud was, had een relatie met de man, die de verwekker van hun zoon is. De moeder was in hoger beroep gegaan tegen de beslissing van de rechtbank Gelderland, die vervangende toestemming had verleend aan de man om het kind te erkennen. De moeder was van mening dat de erkenning niet in het belang van het kind was, omdat zij vreesde dat dit zou leiden tot verdere juridische complicaties, zoals gezag en omgangsregelingen. Het hof heeft echter geoordeeld dat de belangen van het kind en de man zwaarder wegen dan de bezwaren van de moeder. Het hof heeft vastgesteld dat de erkenning van het kind door de man noodzakelijk is voor de juridische erkenning van hun relatie en dat dit in het belang van de emotionele en sociale ontwikkeling van het kind is. De bijzondere curator heeft tijdens de mondelinge behandeling bevestigd dat het ontkennen van het vaderschap schadelijk kan zijn voor de identiteitsontwikkeling van het kind. Het hof heeft de bestreden beschikking van de rechtbank bekrachtigd en de proceskosten gecompenseerd, waarbij iedere partij zijn eigen kosten draagt.