ECLI:NL:GHARL:2021:12134

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
3 augustus 2021
Publicatiedatum
23 mei 2022
Zaaknummer
200.281.281/02
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vervolg voorlopig deskundigenbericht inzake authenticiteit handtekeningen in civiele procedure

In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, is op 3 augustus 2021 een beschikking gegeven in het kader van een hoger beroep. De zaak betreft een verzoek om een voorlopig deskundigenbericht met betrekking tot de authenticiteit van handtekeningen van de moeder van de verzoekster, [Zus A]. De verzoekster heeft aangegeven dat er minimaal vijf en maximaal tien documenten met originele handtekeningen van de moeder kunnen worden overgelegd, wat noodzakelijk is voor het onderzoek van de deskundige. Het hof heeft vastgesteld dat de deskundige zijn kosten heeft begroot op € 2.000,- exclusief btw, en het voorschot is vastgesteld op € 2.420,- inclusief btw. De verzoekster, [Zus A], is verantwoordelijk voor het betalen van dit voorschot, conform de hoofdregel van artikel 195 Rv. Het hof heeft ook een voorlopig getuigenverhoor gepland op 13 oktober 2021. De deskundige, dhr. M. Bosmans van Forensicon B.V., is benoemd om het onderzoek uit te voeren. Het hof heeft de deskundige opgedragen om een schriftelijk rapport op te stellen over de authenticiteit van de handtekeningen en andere relevante bevindingen. De beschikking is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Arnhem
afdeling civiel recht
zaaknummer gerechtshof 200.281.281/02
beschikking van 3 augustus 2021
in de zaak van
[verzoekster],
wonende te [woonplaats1] ,
verzoekster,
hierna: [Zus A] ,
advocaat: mr. G.D.J. Zaalberg,
tegen:

1.[verweerster1] ,

wonende te [woonplaats2] ,
2.
[verweerster2 (de moeder)] ,wonende te [woonplaats3] ,
verweersters,
hierna: [Zus B] en de moeder,
advocaat: mr. J.W. Damstra.

1.Het verloop van het geding

1.1
Het hof neemt de inhoud van de tussenbeschikking van 1 juni 2021 hier over.
1.2
Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:
- het V8 formulier van mr. Zaalberg van 9 juni 2021,
- het V8 formulier van mr. Damstra van 9 juni 2021,
- het V7 formulier van mr. Damstra van 9 juni 2021,
- het V7 formulier van mr. Zaalberg van 18 juni 2021,
- de fax van mr. Zaalberg van 16 juli 2021,
- het V8 formulier van mr. Damstra van 21 juli 2021.

2.De beoordeling

vervolg voorlopig deskundigenbericht
2.1
Bij beschikking van 1 juni 2021 zijn partijen in de gelegenheid gesteld om zich in het kader van het te gelasten voorlopig deskundigenbericht nader uit te laten over de vraag of er voldoende (minimaal 5 en maximaal 10) documenten met originele handtekeningen van de moeder kunnen worden overgelegd. Daarnaast hebben partijen de mogelijkheid gekregen zich uit te laten over de hoogte van het voorschot voor de kosten van de deskundige en over wie van partijen dit voorschot zal moeten dragen.
2.2
[Zus A] heeft het hof bericht dat er minimaal 5 en maximaal 10 documenten aan de deskundige overgelegd kunnen worden met originele handtekeningen van de moeder, zodat aan de voorwaarde die de deskundige heeft gesteld om het onderzoek te kunnen uitvoeren is voldaan. Het hof merkt daarnaast wel op dat beide partijen aan de deskundige de door hem gewenste inlichtingen dienen te verstrekken.
2.3
De deskundige heeft zijn kosten begroot op € 2.000,- (exclusief btw). Partijen hebben geen bezwaren geuit tegen de hoogte van het voorschot. Het voorschot zal daarom worden vastgesteld op € 2.420,- (inclusief 21% btw).
2.4
Over de vraag wie het voorschot moet betalen heeft [Zus A] zich gerefereerd aan het oordeel van het hof. [Zus B] en de moeder hebben aangegeven dat [Zus A] als verzoekende partij de kosten van de deskundige dient te betalen. Conform de hoofdregel van artikel 195 Rv dient [Zus A] als verzoekende partij het voorschot te dragen. Het hof ziet geen aanleiding om van deze hoofdregel af te wijken.
vervolg voorlopig getuigenverhoor
2.5
Ten overvloede merkt het hof op dat het voorlopig getuigenverhoor, zoals reeds aan partijen is bericht, zal worden gehouden op woensdag 13 oktober 2021.

3.De beslissing

Het hof:
beveelt een onderzoek door een deskundige met betrekking tot de volgende vragen:
1. Wat zijn uw bevindingen ten aanzien van de authenticiteit van de handtekening die zou zijn gezet door mevrouw [verweerster2 (de moeder)] op de brief aan mevrouw [Zus A] van 3 mei 2018?
2. Wat zijn uw bevindingen ten aanzien van de authenticiteit van de handtekening van dezelfde mevrouw [verweerster2 (de moeder)] die staat onder de brief aan [Zus A] van 12 februari 2018?
3. Welke andere bevindingen heeft u in de loop van uw onderzoek gedaan, die naar uw oordeel onder de aandacht van de rechter dienen te worden gebracht?
benoemt tot deskundige:
Dhr. M. Bosmans, werkzaam bij Forensicon B.V.
Postadres: Manegeweg 27, 8171 ND Vaassen
tel.nr. 085-0161094
e-mail: info@forensicon.nl
bepaalt dat het onderzoek door de deskundige zal worden verricht onder leiding van het tot raadsheer-commissaris benoemde lid van het hof, mr. J.H. Lieber, tot wie de deskundige zich – door tussenkomst van de griffie – met vragen en opmerkingen kan wenden;
bepaalt het voorschot van de kosten van de deskundige op € 2.420,- (incl. btw);
bepaalt dat [Zus A] het voorschot dient te betalen, conform de nota met betaalinstructies die [Zus A] zal ontvangen van het Landelijke Dienstencentrum voor de Rechtspraak;
bepaalt dat dit voorschot (in beginsel) binnen vier weken na dagtekening van de nota van het Landelijk Dienstencentrum moet zijn voldaan;
bepaalt dat de deskundige niet met het onderzoek zal aanvangen voordat de griffier heeft laten weten dat het voorschot is betaald;
bepaalt dat de deskundige het onderzoek dient te staken en contact dient op te nemen met de griffier indien hem tijdens de uitvoering van zijn onderzoek blijkt dat het voorschot niet toereikend zal zijn;
bepaalt dat [Zus A] aan de deskundige het volledige procesdossier ter inzage zal geven;
beveelt partijen om aan de deskundige alle door deze gewenste inlichtingen te verstrekken;
bepaalt dat de deskundige voor het begin van het onderzoek de Leidraad Deskundigen in Civiele Zaken (te raadplegen op www.rechtspraak.nl en te verkrijgen bij de griffie) dient te hebben gelezen en daarmee rekening dient te houden bij zijn onderzoek en in zijn rapportage;
bepaalt dat de deskundige op de voet van het bepaalde in artikel 198 Rv bij zijn onderzoek partijen (via hun advocaten) in de gelegenheid zal stellen opmerkingen te maken en verzoeken te doen en dat hij daarvan in zijn rapport melding dient te maken waarbij van de inhoud van de gemaakte opmerkingen en gedane verzoeken moet blijken;
draagt aan de deskundige op om met betrekking tot de hierboven genoemde vragen een schriftelijk rapport op te stellen;
wijst de deskundige erop dat uit het rapport moet blijken op welke stukken het oordeel van de deskundige is gebaseerd;
bepaalt dat de deskundige een concept-deskundigenbericht aan partijen zal toesturen en partijen in de gelegenheid zal stellen op dat concept te reageren alvorens een definitief bericht uit te brengen. In het definitieve deskundigenbericht zal de deskundige de reacties van partijen op het concept bespreken;
bepaalt dat de deskundige het door hem uit te brengen rapport (ondertekend en met redenen omkleed) ter griffie van dit hof, voor de behandeling van deze zaak gevestigd te Arnhem, (postbus 9030, 6800 EM Arnhem) zal indienen vóór
12 oktober 2021;
bepaalt dat de griffier een afschrift van dit arrest aan de deskundige zal verzenden;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door J.H. Lieber, R. Prakke-Nieuwenhuizen en H. Wammes en is in het openbaar uitgesproken op 3 augustus 2021 in tegenwoordigheid van de griffier.