Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 4 februari 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep over de verlenging van de machtigingen tot uithuisplaatsing van drie minderjarigen, [de minderjarige1], [de minderjarige2] en [de minderjarige3]. De moeder, verzoekster in hoger beroep, heeft de bestreden beschikkingen van de rechtbank Noord-Nederland aangevochten, waarin de uithuisplaatsingen waren verlengd. De moeder stelt dat zij in staat is om een veilige thuissituatie te bieden voor haar kinderen, die momenteel in pleeggezinnen verblijven. De gecertificeerde instelling, Stichting Jeugdbescherming Noord & Veilig Thuis Groningen, heeft echter verweer gevoerd en de bestreden beschikkingen verdedigd, waarbij zij zich baseert op een ouderschapsbeoordeling die contra-indicaties voor terugplaatsing bij de moeder heeft aangetoond.
Het hof heeft de feiten en omstandigheden van de zaak zorgvuldig gewogen, waaronder de ernstige situatie waarin de kinderen zich bevonden en de psychische en fysieke schade die zij hebben opgelopen. De moeder heeft in het verleden een problematische relatie gehad met de heer [G], die heeft geleid tot ernstige mishandeling van [de minderjarige2]. De ouderschapsbeoordeling heeft aangetoond dat de moeder moeite heeft met het onder ogen zien van problemen en dat zij onvoldoende emotioneel beschikbaar is voor haar kinderen. Het hof concludeert dat de uithuisplaatsing van de kinderen noodzakelijk is voor hun verzorging en opvoeding, en dat terugplaatsing bij de moeder op dit moment niet aan de orde kan zijn. De verzoeken van de moeder zijn afgewezen, en de bestreden beschikkingen zijn bekrachtigd.