4.3De vrouw is op haar beurt met acht grieven in incidenteel hoger beroep gekomen. De grieven 1 en 2 zien op de partneralimentatie, grief 3 ziet op (de verkoop van) de woning en de grieven 4 tot en met 8 zien op de verdeling van overige bestanddelen van de huwelijksgoederengemeenschap.
Zij verzoekt het hof in het principaal hoger beroep de grieven van de man af te wijzen en in het incidenteel hoger beroep de bestreden beschikking te vernietigen, voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen, en opnieuw beschikkende, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, te bepalen (verkort weergegeven):
- dat de man vanuit zijn ontslagvergoeding het saldo op de gezamenlijke rekening aanvult per 1 maart 2020 tot aan de datum van inschrijving van de echtscheidingsbeschikking met € 1.581,55 per maand, waarna het saldo op de rekening bij helfte zal worden verdeeld;
- de aanvullende behoefte van de vrouw aan partneralimentatie gelijk te stellen aan haar behoefte, te weten € 3.126,- netto per maand;
- ten aanzien van de woning te bepalen dat:
- partijen binnen twee weken na de af te geven beschikking gezamenlijk een makelaar de opdracht geven tot verkoop van de woning tegen een door partijen overeen te komen verkoopprijs;
- indien partijen niet binnen twee weken na de af te geven beschikking gezamenlijk een makelaar opdracht hebben gegeven tot verkoop van de echtelijke woning, ieder van hen afzonderlijk bevoegd is tot het verstrekken van een opdracht aan een NVM-makelaar in [woonplaats1] tot verkoop van de woning;
- indien partijen niet binnen twee weken na de opdrachtverlening erin slagen om gezamenlijk de vraagprijs te bepalen, de makelaar de vraagprijs bindend voor partijen vaststelt;
- de man alle medewerking zal verlenen tot de door de makelaar nodig geachte verkoopactiviteiten;
- indien partijen geen overeenstemming kunnen bereiken over de verkoopprijs, partijen aan de makelaar kunnen verzoeken om de verkoopprijs bindend vast te stellen;
- indien de verkoopprijs bindend is vastgesteld beide partijen verplicht zijn hun medewerking te verlenen aan het notariële transport van de woning aan de koper bij gebreke waarvan de nog af te geven beschikking dezelfde kracht heeft en in de plaats treedt van de vereiste wilsverklaring, medewerking en handtekening van de man ter zake de door de notaris op te stellen akte van levering met betrekking tot de woning;
- beide partijen gehouden zijn de helft van de kosten van de makelaar, notaris en overige kosten ter zake van de verkoop en levering te dragen;
- de hypothecaire geldlening(en) bij gelegenheid van de eigendomsoverdracht zullen worden afgelost uit de verkoopopbrengst van de voormalige echtelijke woning;
- dat eventueel aan de hypothecaire geldlening(en) verbonden polis(sen) van levensverzekering worden afgekocht;
- dat de netto-verkoopopbrengst gelijkelijk tussen partijen dient te worden verdeeld;
- dat de man zijn rekeningafschriften van de [naam1] -rekening vanaf de opening tot aan de datum van de echtscheidingsbeschikking overlegt op straffe van een dwangsom van € 100,- per dag(deel) dat hij niet aan het verzoek voldoet;
- dat de man € 8.877,- met betrekking tot de [naam2] -polis op de rekening van de vrouw dient te storten als de polis niet gesplitst kan worden;
- dat de schenking van de moeder van de vrouw geheel aan de vrouw toekomt en de man
het bedrag van de schenking van € 3.000,- op de bankrekening van de vrouw dient te storten;
- dat de man aan de vrouw dient af te geven, op straffe van een dwangsom van € 100,- per
dag(deel), de goederen zoals aan haar toegescheiden op de inboedellijst in productie H5 en de lijst aan de te geven beschikking te hechten;
- dat de man aan de vrouw hoofde van overbedeling van de inboedel € 11.900,- is verschuldigd;
- de man € 6.146,04 met betrekking tot het vakantiegeld over 2019 op de bankrekening van de vrouw dient te storten.