2.3Het hof zal dhr. [de deskundige] tot deskundige benoemen. De deskundige heeft de hoogte van het voorschot bepaald op € 6.025,80 inclusief btw. Partijen hebben in hun brieven van 6 en 7 december 2021 te kennen gegeven met dit voorschot in te stemmen. Het hof zal bepalen dat partijen ieder de helft van het voorschot dienen te betalen.
Het hof, rechtdoende in hoger beroep:
benoemt tot deskundige:
dhr. [de deskundige] , arbiter bij de Raad van Arbitrage in Bouwgeschillen,
Correspondentieadres: postbus 19290, 3501 DG, Utrecht
tel: 030 2330 145
e-mail: info@raadvanarbitrage.nl
om een onderzoek in te stellen en schriftelijk bericht uit te brengen omtrent de vragen die zijn weergegeven in rechtsoverweging 4.38 van het tussenarrest van 20 juli 2021;
bepaalt dat de deskundige tijdens het onderzoek partijen in de gelegenheid zal stellen aanwezig te zijn bij de inspectie, opmerkingen te maken en verzoeken te doen en dat daarvan uit het schriftelijk bericht zal blijken;
bepaalt dat de deskundige een concept-deskundigenbericht aan partijen zal toesturen en partijen in de gelegenheid zal stellen op dat concept te reageren alvorens een definitief bericht uit te brengen. In het definitieve deskundigenbericht zal de deskundige de reacties van partijen op het concept bespreken;
bepaalt dat [appellant] aan de deskundige een kopie van het volledige procesdossier ter beschikking zal stellen;
beveelt partijen om aan de deskundige alle door deze gewenste inlichtingen te verstrekken;
bepaalt dat de deskundige het ondertekende deskundigenbericht binnen vier weken nadat de reacties van partijen op het deskundigenbericht zijn ontvangen toestuurt aan de griffie van dit hof (Postbus 1704, 8901 CA Leeuwarden);
bepaalt het voorschot van de kosten van de deskundige op € 6.025,80 (inclusief btw);
bepaalt dat [appellant] en [geïntimeerden] c.s. ieder de helft van het voorschot dienen te betalen, conform de nota met betaalinstructies die beide partijen zullen ontvangen van het Landelijke Dienstencentrum voor de Rechtspraak;
bepaalt dat dit voorschot (in beginsel) binnen vier weken na dagtekening van de nota van het Landelijk Dienstencentrum moet zijn voldaan;
bepaalt dat de deskundige niet met het onderzoek zal starten voordat de griffier heeft laten weten dat het voorschot is betaald;
bepaalt dat de deskundige zich – door tussenkomst van de griffie – met vragen en opmerkingen kan wenden tot mr. M.M.A. Wind, die hierbij wordt benoemd tot raadsheer-commissaris;
draagt de griffier op een afschrift van dit arrest aan de deskundige te verzenden;
verwijst de zaak naar de roldatum van
vier wekenna de datum waarop het definitieve deskundigenbericht ter griffie is ingeleverd voor memorie na deskundigenbericht aan de zijde van [appellant] ;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mr. M.M.A. Wind, mr. M.W. Zandbergen en mr. P. Roorda en is in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op dinsdag
21 december 2021.