Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.De procedure in eerste aanleg
2.De procedure in hoger beroep
- het beroepschrift met producties, ingekomen op 21 april 2021;
- het verweerschrift tevens incidenteel hoger beroep met producties;
- het verweerschrift in het incidenteel hoger beroep met productie;
- een journaalbericht van mr. Vos van 20 augustus 2021 met productie;
- een journaalbericht van mr. Ouwejan van 20 augustus 2021 met producties;
- een journaalbericht van mr. Ouwejan van 24 augustus 2021 met producties.
- [de minderjarige1] , geboren [in] 2007 te [plaats] en
- [de minderjarige2] , geboren [in] 2009 te [plaats] .
Het resultaat van de VOF bedroeg volgens de jaarstukken van de jaren 2017 tot en met 2020
4.Het geschil
- de man aan de vrouw € 491,- per kind per maand aan kinderalimentatie zal betalen, telkens bij vooruitbetaling te voldoen, dan wel een nader te bepalen bedrag dat het hof juist acht;
- de man aan de vrouw een bijdrage in haar levensonderhoud van € 1.534,- per maand zal betalen, telkens bij vooruitbetaling te voldoen;
- de man aan de vrouw een bedrag van € 2.262,- zal betalen ter zake niet ontvangen kindgebonden budget, althans zodanig te beslissen als het hof juist acht.
5.De overwegingen voor de beslissing
De vrouw stelt dat de rechtbank voor de berekening van de behoefte van de kinderen van hetzelfde inkomen aan haar zijde uit had moeten gaan als voor de berekening van haar draagkracht.
6.De slotsom
7.De beslissing
- [de minderjarige1] , geboren [in] 2007 te [plaats] en
- [de minderjarige2] , geboren [in] 2009 te [plaats]