In deze zaak gaat het om de geldigheid en reikwijdte van een non-concurrentiebeding in de agentuurovereenkomst tussen Orange Creations B.V. (OC) en Scopa B.V. (Scopa). Scopa, die tassen voor OC verkocht, heeft het non-concurrentiebeding willen schorsen, terwijl OC de geldigheid ervan wilde handhaven. Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat het concurrentiebeding te ver strekt en daarom niet geldig is, maar kan worden aangepast zodat het alleen betrekking heeft op private label-tassen van OC en niet op de merktassen die OC ook produceert. Het hof bekrachtigt het eerdere vonnis van de kantonrechter waarin het non-concurrentiebeding gedeeltelijk is geschorst.
Het hof legt uit dat de agentuurovereenkomst, die door partijen als zodanig is aangeduid, ook naar de wet als een agentuurovereenkomst moet worden beschouwd. Scopa had de opdracht om te bemiddelen bij de totstandkoming van overeenkomsten tussen OC en derden en om actief betrokken te zijn bij het ontwerpen van collecties. Het hof concludeert dat het non-concurrentiebeding niet geldig is, omdat het een te brede reikwijdte heeft en ook betrekking heeft op werkzaamheden die Scopa niet heeft verricht. De werkzaamheden van Scopa waren beperkt tot private label-tassen, en het hof oordeelt dat de non-concurrentiebeding niet kan worden gehandhaafd in de huidige vorm.
Het hof wijst ook op de mogelijkheid van conversie van het non-concurrentiebeding, wat betekent dat het kan worden aangepast naar een geldig beding. De grieven van beide partijen in het hoger beroep worden afgewezen, en het hof bekrachtigt het vonnis van de kantonrechter, waarbij de proceskosten worden gecompenseerd. De uitspraak benadrukt de noodzaak van een duidelijke afbakening van de reikwijdte van non-concurrentiebedingen in agentuurovereenkomsten.